Onze school is een veilige plek waar kinderen, leerkrachten en ouders graag naartoe gaan. In het bijzonder voor de kinderen moet de school warmte en vertrouwen uitstralen. Dit bereiken we door kinderen te laten voelen dat ze welkom zijn én door iedereen gelijk te behandelen. Ook willen we dat kinderen ervaren dat er naar ze geluisterd wordt en dat we ze serieus nemen.
● een gezellige school met ongeveer 150 leerlingen;
● een mooi schoolgebouw met twee speelpleinen waar kinderen worden uitgedaagd om te spelen;
● onderwijs op maat waarbij veel aandacht is voor verschillen tussen leerlingen;
● Engels onderwijs aan alle leerlingen vanaf groep 1;
● een dynamisch, enthousiast en zich voortdurend ontwikkelend team;
● een doorgaande ontwikkelingslijn van 3 maanden tot 13 jaar in samenwerking met MAM’s Kinderopvang;
● drie ochtenden per week draaien de peuters van MAM’s mee in de kleuterklas(sen);
● extra aandacht voor omgang met elkaar (Kanjertraining) en samenwerken (coöperatief leren).
De St. Bernardusschool is een lerende rooms-katholieke basisschool waar de kinderen gedegen onderwijs ontvangen in een veilige en plezierige leersituatie. De leeromgeving is uitnodigend en activerend van karakter en draagt ertoe bij dat kinderen plezier in het leren en ontwikkelen ervaren. Structuur, rust en regelmaat in het leerproces zien wij als voorwaarden om te leren leren van, met en dóór elkaar. De inzet van tijd adequate leermiddelen en werkvormen zijn ook zulke voorwaarden. Op onze school werken deskundige, inspirerende leerkrachten die vanuit professionele betrokkenheid de ontwikkeling van de kinderen mede vormgeven. Wij zijn gericht op samenwerking met ouders en zien hen als kindkenner. We betrekken de kinderen bewust bij het eigen leerproces. Onze leerkrachten kennen hun eigen kwaliteiten en die van hun collega’s binnen de school en binnen de stichting en gebruiken die kennis om ons onderwijs sterker te maken. Naast een gedegen aanbod van reken-, taal- en leesonderwijs werken we aan de ontwikkeling van het (zelf)vertrouwen van de kinderen, leren we ze respectvol omgang te hebben met elkaar en met anderen en is er ruimte voor de ontwikkeling van individuele talenten. Het geheel zal een solide basis vormen voor een verdere ontwikkeling in het voortgezet onderwijs. Wij zien ouders en kinderen als ambassadeurs van de school. Positiviteit, vertrouwen en betrokkenheid zijn de kernwaarden van waaruit het team denkt en handelt in de vormgeving van onze opdracht.
De basisscholen van de Veluwse Onderwijsgroep zijn alle open katholieke scholen. Scholen die uitgaan van en geïnspireerd worden door de joods-christelijke traditie en de christelijk-katholieke bronnen van onze samenleving. De Sint Bernardusschool staat open voor iedereen die onze uitgangspunten wil onderschrijven. Er is ruimte voor andere geloofsovertuigingen en voor mensen die kennis willen maken met onze overtuiging. Concreet betekent dit dat onze scholen zorgvuldig omgaan met het geloof en met de daaruit voortkomende opvattingen over waarden en normen. We maken die opvattingen zo duidelijk mogelijk binnen de dagelijkse praktijk van ons onderwijs. Identiteit is voor ons een vertrekpunt, geen eindpunt. Onze scholen besteden aandacht aan de Bijbel, zonder daar evangeliserend of diskwalificerend mee om te gaan. Uiteindelijke keuzes worden naar onze overtuiging gemaakt door de ouders en hun kind(eren), niet door de school.
De St. Bernardusschool is onderdeel van de Veluwse Onderwijsgroep, een door talent en ambitie gedreven organisatie die er in de eerste plaats is voor de leerling. Wij geven leerlingen de ruimte en de mogelijkheden hun talenten te ontdekken en zichzelf zodanig te ontwikkelen dat zij daar nu en later zo optimaal mogelijk gebruik van kunnen maken. Medewerkers blijven zich daarvoor ook als professional ontwikkelen. Onderwijs is onze kerntaak en dit is gericht op het heden en de toekomst van de leerlingen. Ons onderwijs verbindt hen met de samenleving.
Bijna 2.000 medewerkers zetten zich dagelijks in voor onze ruim 13.000 leerlingen. Iedere leerling op onze vijftien basisscholen, één school voor het speciaal onderwijs en tien middelbare scholen voorzien wij van een breed onderwijsaanbod. Hierdoor krijgen zij allemaal gelijke kansen en worden zij uitermate gestimuleerd om hun eigen talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Zo kunnen zij deze delen met anderen. Wij staan stil bij resultaten, vieren successen, maar blijven kritisch kijken naar wat beter kan en moet.
Algemeen directeur primair onderwijs
Dhr. G. Visser, algemeen directeur primair onderwijs
E-mail: g.visser@veluwseonderwijsgroep.nl
Tel: (055) 577 97 51
Voorzitter CvB
Dhr. P. Eckringa
E-mail: info@veluwseonderwijsgroep.nl
Tel: (055) 577 97 99
Ons onderwijs is zo ingericht dat:
Wij willen dat ieder kind met plezier naar school gaat. De school moet een veilige omgeving zijn. Om dat te realiseren verwachten we dat iedereen zich aan de volgende afspraken houdt:
• We behandelen elkaar gelijkwaardig.
• We respecteren elkaar.
• We zijn er voor elkaar.
• We gaan netjes om met onze eigen spullen en die van een ander.
• We helpen elkaar afspraken na te komen.
Als een leerling zich niet aan een afspraak houdt, wordt die leerling daar eerst op aangesproken. Bij herhaling zal er een passende sanctie volgen.
Bij ernstige verstoring van de rust en veiligheid van leerlingen en leerkrachten, kan een leerling geschorst of verwijderd worden. Schorsing is aan de orde wanneer onmiddellijk moet worden opgetreden en er tijd nodig is voor het zoeken naar een oplossing. Een schorsing gaat altijd samen met gesprekken met de leerling, ouders en de leerkracht. Verwijdering is een ordemaatregel bij zodanig ernstig wangedrag van een leerling, dat de leerling niet langer op school kan blijven. Deze beslissing wordt genomen door de directeur van de basisschool en in overleg met het college van bestuur. Verwijdering kan eveneens plaatsvinden als de school niet in staat is de benodigde zorg te verlenen. Bij schorsing of verwijdering worden de leerplichtambtenaar en de Onderwijsinspectie op de hoogte gebracht.
Vanuit onze visie op onderwijs streven wij naar de volgende beloftes:
De Sint Bernardus:
– geeft je een goede basis voor je toekomst
– leert je het zelf te doen
– voedt je leergierigheid
Als school vinden wij het belangrijk dat we een goede onderwijsbasis leggen voor ieder kind waar hij of zij op door kan bouwen in het voortgezet onderwijs. Dat betekent dat we onze basisvakken lezen, taal en rekenen zoveel mogelijk op maat willen geven binnen de setting van de groep. We geloven erin dat onze leerlingen vanuit hun eigen doelen kunnen leren, maar wel samen met anderen. We creëren een setting in de school waarbij een kind altijd samen met anderen kan werken aan de doelen die voor hen belangrijk zijn. Kinderen weten aan welke doelen ze gaan werken en hoe ze er voor staan ten opzichte van het te behalen doel.
Kinderen kunnen en willen heel veel zelf doen als ze binnenkomen op school. Wij willen hen helpen dit vast te blijven houden waardoor ze zich competent mogen voelen en uitdagingen aan durven gaan. Dit geldt niet alleen voor de cognitieve vaardigheden, maar zeker ook voor sociale vaardigheden en fysieke vaardigheden. We willen de kinderen leren hoe ze zich sociaal staande houden, zich presenteren en waar hun kwaliteiten liggen, om van daaruit de wereld te ontdekken, te ervaren en hun voetafdruk na te laten.
Van nature zijn kinderen nieuwsgierig en willen ze leren. Deze honger naar leren willen we blijven voeden door kinderen uit te dagen, eigenaar te maken van hun leerdoelen en de kinderen te leren ontdekken en onderzoeken. Met name bij onze wereldoriënterende vakken (aardrijkskunde, geschiedenis en biologie) werken we in projecten waarin de nieuwsgierigheid wordt aangewakkerd en de leergierigheid wordt gevoed. Dat begint al bij de kleuters en loopt door tot en met groep 8. Vanuit ontdekkingen nodigen we kinderen uit hun eigen onderzoeksvragen te stellen en zo een wereld aan kennis en kunde binnen te halen en hun wereld te verrijken.
Als kinderen 4 jaar zijn komen ze in groep 1 terecht. Van daaruit stromen ze door naar groep 2 en verder. Onze visie op kleuteronderwijs is dat jongste en oudste kleuters samen kunnen leren en spelen. Daarom streven we naar het formeren van een groep 1/2. Dit is echter afhankelijk van ons leerlingenaantal en de instroom in de kleutergroepen.
Afhankelijk van het aantal leerlingen kiezen we soms voor combinatieklassen en soms voor een enkele groep. We bieden kinderen altijd een doorgaande leerlijn aan. Zo kan het zijn dat kinderen soms voor een onderdeel waar ze moeite mee hebben, meedoen met een lagere groep. Leerlingen die extra uitdaging nodig hebben, kunnen aansluiting vinden bij de hogere groep. Door deze werkwijze leren kinderen veel van elkaar en is het eenvoudiger te differentiëren.
In groep 1 en 2 proberen we zoveel mogelijk onderwijs te geven aansluitend op de belevingswereld van een kleuter. De kinderen beginnen meestal in een kring. Twee keer per week is er inloop, waarbij de kleuters zelf kiezen waarmee ze starten. We besteden veel aandacht aan het creëren van een veilige sfeer. Pas als een kleuter zich veilig voelt, zal hij/zij zich kunnen openstellen voor alle indrukken die tijdens een schooldag worden opgedaan. Kinderen leren al doende, tijdens het spelen. Daarom kiezen we voor activiteiten waarbij er aandacht is voor begripsvorming en de motorische ontwikkeling van de kinderen. Door veel met leerlingen te praten en door ze spelenderwijs allerlei dingen te laten ervaren, leren ze veel woorden en begrippen. Woordenschat, zowel passief als actief, is onmisbaar voor het latere aanvankelijk lezen en uiteindelijk het studerend lezen. Een belangrijk onderdeel hiervan is de ‘ik-tas’. Elke leerling krijgt een week lang de beurt iets over zichzelf te vertellen en te laten zien. Begrippen zijn een goede voorbereiding op de latere kennisgebieden taal, lezen, rekenen en wereldoriëntatie.
Daarnaast hebben we ook aandacht voor de ontwikkeling van de sociale vaardigheden. Tijdens het spelen en werken leren leerlingen bijvoorbeeld samen te spelen, materialen te delen en contact met elkaar te maken.
Kleuterplein is een allesomvattende lesmethode die aansluit bij de leesmethode in groep 3. Taal-lezen, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, wereldoriëntatie/burgerschap, bewegingsonderwijs, drama, muziek, beeldende vorming, voorbereidend schrijven én Engels, maar toch: kleuters blijven kleuters. Zij willen spelen en dingen ontdekken. Daarom werken wij met thematische activiteiten in hoeken met wisselende materialen. Door deze rijke speel- en leeromgeving worden kleuters uitgedaagd om hun omgeving en mogelijkheden te onderzoeken. Dit leidt tot betrokkenheid en groei. Met regelmaat bieden we projectweken aan. In deze projectweken werken we vanuit de leervragen van kinderen; we maken hen nieuwsgierig naar het onderwerp en vanuit de vragen die kinderen stellen, richten we onze week in.
In de onderbouw hebben de leerlingen een stevige basis gekregen voor de rest van hun schoolloopbaan. Vanaf groep 3 maakt het spelend leren langzaam plaats voor het leren vanuit boeken e.d. en de basisvaardigheden taal, lezen, schrijven en rekenen zijn vaste onderdelen van het rooster. In de loop van de jaren leren de leerlingen steeds zelfstandiger te werken. Voor het leren lezen en rekenen werken we in de groepen 3 en 4 met circuits. Hierdoor zijn de leerlingen op veel verschillende manieren (spel, werkboek, computer) aan het oefenen met de leerstof en heeft de leerkracht de gelegenheid alle kinderen in kleine groepjes te begeleiden en uit te dagen. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen regelmatig huiswerk mee, om het geleerde extra te kunnen oefenen thuis. Ook dan werken we regelmatig in circuits om op deze manier instructie op maat te kunnen geven en intensief te kunnen oefenen met wisselende werkvormen. Dit bevordert de zelfstandigheid en het eigenaarschap van kinderen.
Coöperatieve structuren zijn didactische werkvormen, waarbij leerlingen in kleine groepen volgens specifieke procedures samenwerken, met als doel het eigen leren en elkaars leren te versterken. De structuren staan los van de leerstof; ze maken onderwijzen en leren in elk vakgebied mogelijk. Alle coöperatieve structuren zijn opgezette reeksen van stappen die de interactie van leerlingen met elkaar, het vak en met de leraar tot stand brengen. Bij het uitvoeren van deze coöperatieve structuren ontwikkelen leerlingen ook sociale vaardigheden door elkaar te helpen, naar elkaar te luisteren en taken te verdelen. Terwijl ze aan de opdrachten werken, denken ze hardop, waardoor ze hun gedachten beter leren ordenen. De werkvormen dragen bij aan meer plezier in leren, een hogere betrokkenheid, hogere leeropbrengsten en een goedlopend klassenmanagement.
Als school is het onze taak goed onderwijs te verzorgen. Dat betekent dat we al onze leerlingen onderwijs aanbieden passend bij hun mogelijkheden in een bij voorkeur ononderbroken leerlijn van 8 jaar waardoor ze kunnen doorstromen naar het vervolgonderwijs dat bij hen past. Wij brengen daarom met regelmaat d.m.v. onafhankelijke toetsen in kaart waar het kind staat ten opzichte van de eigen ontwikkelingslijn en passen ons handelen daarop aan. Onze intern begeleider helpt onze leerkrachten om voor ieder kind dit proces inzichtelijk te houden.
In het taalonderwijs breiden leerlingen hun woordenschat uit en leren ze woorden foutloos te schrijven. Kinderen leren zich goed uit te drukken in de Nederlandse taal, zowel mondeling als schriftelijk. In de bovenbouw gaan leerlingen in de Nederlandse taal zinnen ontleden en woorden benoemen. Ze leren zichzelf te presenteren en een debat te voeren en oefenen in het voeren van diverse gesprekken. We maken voor taal gebruik van de methode Taal Actief en voor spelling van Staal. Deze laatste methode is gebaseerd op de methodiek ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’, een methodiek die erg helpend is voor kinderen met kenmerken van dyslexie. Ook in de Engelse taal wordt de woordenschat uitgebreid en leren de kinderen korte zinnen. De basisvaardigheden in de Engelse taal worden vergroot en aan het eind van groep 8 krijgen de kinderen de gelegenheid om mee te doen aan het Anglia-examen. Voor de lessen maken we gebruik van Groove.me.
Binnen het leesonderwijs onderscheiden we de volgende vormen: technisch lezen, begrijpend lezen en leesbeleving. Bij technisch lezen gaat het om het hardop lezen van woorden of een tekst. Bij het onderdeel begrijpend lezen gaat het erom dat je begrijpt wat je leest, informatie weet te vinden en kunt verwerken. We maken voor het lezen ook gebruik van digitale middelen. We vinden het heel belangrijk dat leerlingen lezen leuk vinden. Met het onderdeel leesbeleving willen we het leesplezier bevorderen en interesse wekken voor kinderliteratuur en poëzie. Daarom lezen we zelf veel voor en brengen we een bezoek aan de bibliotheek. We hebben een eigen bibliotheek met zowel Nederlandse als Engelse leesboeken en boeken voor het opzoeken van informatie. We werken samen met de bibliotheek in Epe, die onze bibliotheek jaarlijks aanvult met boeken waardoor de collectie passend bij onze school is en er veel afwisseling is. Vanaf groep 4 werken de kinderen met Blink Lezen voor begrijpend lezen. Dit is een interactieve en aansprekende methode voor begrijpend lezen.
In de onderbouw ontwikkelen de kinderen hun grove en fijne motoriek met speelse opdrachten. Met gericht werk zetten ze de eerste stappen op weg naar het schrijven van letters. In de middenbouw wordt aandacht besteed aan het automatiseren van letters en verbindingen en op die manier wordt het handschrift verder ontwikkeld. Vanaf groep 3 leren de kinderen de letters en woorden te schrijven, we volgen hiervoor de methode Klinkers. Behalve dat we leerlingen leren duidelijk te schrijven, is er binnen het schrijfonderwijs in de bovenbouw ook veel aandacht voor het schrijven van diverse soorten teksten in verschillende schrijfstijlen. In groep 4 krijgen de kinderen een vulpen. Alle kinderen van de school schrijven vanaf dat moment gedurende hun schoolloopbaan tot en met groep 8 met een schoolvulpen.
Binnen het rekenonderwijs krijgen leerlingen inzicht in getalsystemen en leren ze werken met verschillende oplossingsstrategieën. We gaan dan altijd uit van de wereld om ons heen. De leerlingen krijgen zowel eenvoudige sommen als wiskundige vraagstukken aangereikt. Rekenen doe je soms alleen, maar soms ook zal de leerkracht kiezen voor een werkvorm waarbij een vorm van samenwerking wordt gebruikt (coöperatief leren). Wij werken met Snappet (kleine tablets) vanuit de doelen van De wereld in getallen. Op deze manier kan ieder kind op zijn/haar eigen niveau werken aan de doelen van de les en kan de hoeveelheid oefeningen aangepast worden aan de behoefte van het kind.
Voor het kind de basisschool bezoekt, wordt de belevingswereld opgebouwd uit allerlei gebeurtenissen. Naarmate het kind ouder wordt, krijgt het steeds meer besef van de wereld om hem/haar heen. De vakken aardrijkskunde, geschiedenis, biologie (natuuronderwijs) en verkeer gaan daar dieper op in. Bij de kleuters en in groep 3 is deze oriëntatie op de wereld geïntegreerd in alle lessen. Vanaf groep 4 bieden we deze vakken (behalve verkeer) thematisch aan. In groep 4 komen deze thema’s meer los te staan van de basisvakken. We behandelen vijf thema’s en leren de kinderen vaardigheden waarmee ze zelf kleine onderzoeken kunnen doen. Vanaf groep 5 krijgen de kinderen eerst informatie over het thema, verkennen daarna het thema en mogen dan hun eigen onderzoeksvraag formuleren. We leren de kinderen onderzoek te doen en dit onderzoek te verbeteren en te presenteren. In deze thema’s komen alle doelen aan bod die voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs in de kerndoelen omschreven staan, inclusief burgerschap. We werken vanuit de methode Blink Wereld – geïntegreerd. Ook techniek heeft een plek binnen Blink, maar dat aanbod breiden we uit door mee te doen aan het project TechYourFuture en aan techniekprojecten vanuit het MBO.
Daarnaast bieden we verkeerslessen aan in iedere groep. In groep 7 doen alle kinderen mee aan het theoretisch en praktisch verkeersexamen en eens in de twee jaar maken we gebruik van het project Streetwise van de ANWB.
Expressiviteit is het vermogen uiting te geven aan gevoelens en gedachten. Dit staat niet los van een vak, maar loopt door alle activiteiten heen. In de beeldende vakken en bij het werken met verschillende materialen is er extra aandacht voor expressie en creativiteit. Wij vinden het vooral belangrijk leerlingen het vertrouwen te geven om zich uit te kunnen drukken.
Doordat we een kunstmenu hebben samengesteld (de cultuurcoördinator is hiervoor verantwoordelijk), komen kinderen binnen hun schoolloopbaan met alle vormen van kunst en cultuur in aanraking. Verspreid over verschillende schooljaren doen we mee aan activiteiten op het gebied van drama, muziek, dans en film. Elke groep doet in een schooljaar mee aan projecten of gaat op excursie vanuit het aanbod dat er per jaar centraal staat. Sinds het schooljaar 2019-2020 werken we voor de muzieklessen met de methode 123ZING en zijn onze teamleden gecoacht in het geven van muzieklessen.
We willen kinderen stimuleren een eigen levensbeschouwelijke identiteit te ontwikkelen. Dit doen we door hen in contact te brengen met belangrijke verhalen en gebruiken van de Bijbelse/katholieke traditie, maar ook door bronnen en gebruiken van andere levensbeschouwelijke tradities te bespreken. We leren de kinderen vragen te stellen en na te denken over de verschillende geloven en rituelen. Wij gebruiken hiervoor de methode ‘Hemel en Aarde’. Vier keer per jaar hebben we met alle groepen een viering in de Grote kerk: aan het begin van het schooljaar een openingsviering, in december de kerstviering, rond Pasen de Witte Donderdagviering en aan het eind van het schooljaar sluiten we met elkaar het schooljaar af.
Wij willen leerlingen meegeven dat bewegen gezond en vooral ook erg leuk is. Ons bewegingsonderwijs bestaat uit gymnastiek, spel, zwemmen en bewegen op muziek. Elke week krijgen de leerlingen gymnastiek. De gymnastieklessen zijn zo opgebouwd dat alle vormen van bewegen en spel aan bod komen. Dat geldt overigens ook voor het buiten spelen en tijdens sporttoernooien. De gymlessen worden voor de groepen 1-3 gegeven in het speellokaal van de Van der Reijdenschool en voor de groepen 4-8 in de PWA hal. De groepen 1 t/m 6 lopen naar de gymles en de groepen 7 en 8 gaan op de fiets. Om de groep onderweg te begeleiden gaat er, indien nodig, een ouder mee. De gymlessen worden dit schooljaar gegeven door twee vakdocenten van de RSG N.O.-Veluwe.
Zwemlessen worden aangeboden in zwembad de Koekoek in Vaassen en worden gegeven door gekwalificeerde zweminstructeurs. De groepen 5 en 6 gaan één keer in de twee weken zwemmen. Ook dan gaat er een ouder mee.
In ieder klaslokaal zijn een aantal computers, tablets en/of laptops aanwezig. Elk kind vanaf groep 4 heeft een chromebook. De leerlingen gebruiken de computers vooral om informatie op te zoeken en om oefeningen te maken die aansluiten bij de behandelde lesstof. Daarnaast bieden we de leerlingen van de bovenbouwgroepen de mogelijkheid om zich verder te bekwamen in het werken met bijvoorbeeld Word en PowerPoint. Met een tablet van Snappet krijgt iedere leerling leerstof aangeboden die past bij de methodes die wij als school gebruiken. Door gebruik te maken van deze devices kunnen de kinderen op hun eigen niveau werken vanuit de doelen die aangeboden worden. De hoeveelheid oefenstof is enorm, waardoor iedere leerling zoveel kan oefenen als nodig is.
Engels
Engels is niet meer weg te denken uit onze maatschappij en vooral niet uit het bedrijfsleven. Wij willen onze leerlingen hier nog beter op voorbereiden. Dus hebben wij op onze school Vroeg Vreemde Talenonderwijs (VVTO). Dit houdt in dat onze kinderen vanaf groep 1 een aantal keer in de week op een speelse manier Engels aangeboden krijgen.
Op onze school maken we gebruik van de methode Groove Me en kunnen we dit interactief inzetten in ons Engels onderwijs. Onze leerkrachten zijn geschoold in het geven van lessen Engels. Op deze manier leren de kinderen de juiste uitspraak en komen ze in aanraking met de Engelse cultuur. Uit onderzoek blijkt dat de eerste schooljaren van een kind het meest ideaal zijn om Engels te leren. Het jong starten met een vreemde taal heeft ook een positief effect op besef van de eigen Nederlandse taal, met name bij kinderen die minder taalvaardig zijn. Jonge kinderen nemen grammaticale structuren vanzelf op en hebben nog geen moeite met het uitspreken van bepaalde klanken. Door op jonge leeftijd Engels aan te bieden, krijgen kinderen niet alleen een grote vertrouwdheid met de vreemde taal maar ook een beter begrip voor talen in het algemeen. Kinderen die op jonge leeftijd al twee talen spreken, zullen op latere leeftijd makkelijker andere talen kunnen leren. Doordat de kinderen spelenderwijs in aanraking komen met een vreemde taal, krijgen ze plezier in het leren van talen. Dat is voor nu en later een belangrijk voordeel.
Wij starten met het aanbieden van de Engelse taal vanaf groep 1. Dit doen wij op een kindgerichte wijze en in de onderbouw vooral verkennend en aftastend. Kinderen leren de vreemde taal niet door rijtjes woordjes te leren uit een boekje, maar door de taal op een leuke manier te gebruiken. We doen dit in de les met behulp van vertelplaten, spelletjes en liedjes over alledaagse onderwerpen. Spreek- en luistervaardigheid in de Engelse taal staan voorop. Vanaf groep vijf start de methode om de groei in vaardigheden te ondersteunen. Behalve aandacht voor spreek- en luistervaardigheid is er ook les in schriftelijk taalgebruik waaronder grammatica. Kinderen van groep 8 nemen deel aan de Anglia-examens (www.anglia.nl). We hebben een deel van de bibliotheek ingericht met Engelse leesboeken.
Taalonderwijs
In het taalonderwijs breiden leerlingen hun woordenschat uit en leren ze woorden foutloos te schrijven. Kinderen leren zich goed uit te drukken in de Nederlandse taal, zowel mondeling als schriftelijk. In de bovenbouw gaan leerlingen in de Nederlandse taal zinnen ontleden en woorden benoemen. Ze leren zichzelf te presenteren en een debat te voeren en oefenen in het voeren van diverse gesprekken. We maken voor taal gebruik van de methode Taal Actief en voor spelling van Staal. Deze laatste methode is gebaseerd op de methodiek ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’, een methodiek die erg helpend is voor kinderen met kenmerken van dyslexie. Ook in de Engelse taal wordt de woordenschat uitgebreid en leren de kinderen korte zinnen. De basisvaardigheden in de Engelse taal worden vergroot en aan het eind van groep 8 krijgen de kinderen de gelegenheid om mee te doen aan het Anglia-examen. Voor de lessen maken we gebruik van de Engelse methode Groove me.
Op de St. Bernardusschool vinden we naast leren ook de maatschappelijke vorming van onze leerlingen belangrijk. Ontwikkelen doen we niet alleen op het gebied van reken- en taalvaardigheden, maar ook willen we samen met de ouders de kinderen voorbereiden op de rest van hun leven. Daarom besteden we veel tijd aan omgangsvormen en sociale vaardigheden. We doen dit onder andere door te werken met de Kanjertraining. Volwassenen en kinderen hebben het verlangen ‘erbij te horen’. Dat vergt sociale vaardigheden die het ene kind beter gebruikt dan het andere. Het belangrijkste doel van deze training is dat een kind positief over zichzelf en de ander leert denken. Kinderen zijn individuen: elk kind is uniek, maar is ook groepslid. Kinderen worden door de groep gevormd en zijn van de groep afhankelijk. Het is belangrijk dat kinderen elkaar respecteren, leren samenwerken en elkaar helpen. Als gevolg hiervan heeft het kind minder last van sociale stress. Ook op langere termijn is dit effect merkbaar. Het blijkt dat veel kinderen na het volgen van de Kanjertraining zich beter kunnen concentreren op school en betere leerresultaten behalen. De verklaring hiervoor is eenvoudig: de Kanjertraining geeft kinderen handvatten in sociale situaties, waardoor er tijd en energie vrijkomt.
Er zijn vier petten die centraal staan bij de Kanjertraining: de witte, de rode, de gele en de zwarte pet. Deze petten komen terug tijdens de lessen en geven een bepaald gedrag aan. Heb je de witte pet (=doe jij als de witte pet) dan ben je een echte kanjer en je gedraagt je als een kanjertijger. Je bent eerlijk en te vertrouwen, je doet de goede dingen en je helpt iedereen om het met elkaar goed te hebben. Heb je de rode pet dan ben je de uitslover. Je wordt vergeleken met een aap: die neemt niets serieus en maakt overal een geintje van. In feite is een aap onbetrouwbaar, want je kunt niet op hem bouwen. De gele pet is het konijntje dat stil en bang is en denkt dat het zich niet kan verweren maar dat wel wil. Heb je de zwarte pet op, dan ben je de pestvogel, de baasspeler. Je bepaalt zelf wel wat je doet.
1. Niemand speelt de baas.
2. Niemand doet zielig.
3. We lachen elkaar niet uit.
4. We helpen elkaar.
5. We vertrouwen elkaar.
Alle leerkrachten hebben een cursus gevolgd om de Kanjertraining te mogen geven. Door in alle klassen op eenzelfde manier te werken met de Kanjertraining, leren we de kinderen kritisch te kijken naar hun eigen gedrag en het gedrag van anderen. Ook leren we de kinderen dat zij hun gedrag kunnen veranderen wanneer dit nodig mocht zijn.
Het sociaal-emotionele welbevinden van de leerlingen heeft veel invloed op hun totale functioneren. Onze school besteedt daarom structureel en systematisch aandacht aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. We doen dit omdat we onze kinderen willen opvoeden tot verantwoorde burgers. Ze moeten goed voor zichzelf kunnen zorgen en goed kunnen omgaan met de mensen en de wereld om hen heen (dichtbij en verder weg). De ontwikkeling van de groep en de individuele leerlingen komt tijdens de groeps-/leerlingbesprekingen tussen leerkracht en IB’er aan de orde. In deze gesprekken worden ook mogelijke plannen van aanpak voor een groep of voor een individuele leerling besproken.
Onze ambities zijn:
Onze school probeert leerlingen een actieve houding mee te geven als het gaat om burgerschap. We doen dit door middel van onze Wereldoriëntatie methode Blink Wereld Geïntegreerd. Denk hierbij aan thema’s als: staatsinrichting, hulporganisaties en vrijwilligerswerk. Ook krijgen leerlingen binnen de Eurekagroep de kans om ambitieprojecten te doen die gericht zijn op burgerschap.
In de klas en op het schoolplein komt het kind in aanraking met gebeurtenissen die ook voorkomen in de samenleving. Wij oefenen daarom met de kinderen hoe zij kunnen omgaan met verschillende situaties, hoe zij zich bewust worden van hun gedrag en hoe zij vertrouwen in zichzelf krijgen. Hiervoor gebruiken we de Kanjertraining, de catecheselessen en de expressievakken. Ten slotte leren we kinderen respectvol om te gaan met seksualiteit en met (seksuele) diversiteit binnen de samenleving.
Sinds het afgelopen schooljaar worden leerlingen van de bovenbouw getraind en ingezet als mediator op het plein voor de kinderen van de lagere groepen. Ook geven deze leerlingen rondleidingen aan belangstellende ouders. Met schoolbrede activiteiten proberen we ook zoveel mogelijk groepsdoorbroken te werken, waarbij de kinderen leren op elkaar te letten en voor elkaar te zorgen. Initiatieven van leerlingen voor goede doelen worden indien mogelijk gehonoreerd.
Wij vinden het belangrijk om kinderen een stevige basis voor de rest van hun schoolloopbaan en toekomst mee te geven. Dat doen we door goed onderwijs aan te bieden, maar de St. Bernardusschool biedt u en uw kind méér!
Twee à drie keer per jaar wordt er door alle groepen een optreden voorbereid. Dit optreden is gerelateerd aan een bepaald thema zoals bijvoorbeeld de afsluiting van de Kinderboekenweek. Soms worden ouders uitgenodigd om bij een voorstelling te komen kijken.
Elk jaar is er een cultuurdag of schoolfeest voor leerlingen en ouders. Meestal is dit feest aan het eind van een schooljaar. In de kalender die u aan het begin van het jaar ontvangt, staat de datum. Het thema van de cultuurdag wordt bepaald door de cultuurcoördinator, en van het schoolfeest door het organiserend comité dat bestaat uit ouders en leerkrachten.
Elk jaar doen groepen mee aan sporttoernooien die onder andere door de gemeente worden georganiseerd, bijvoorbeeld voetbal en schaken. Ook doet de school samen met ouders mee aan de avondvierdaagse in juni. Eind april organiseren we onze eigen Koningsspelen.
Aan het begin van het schooljaar, meestal in de tweede of derde week, gaan we op schoolreisje met alle groepen. Soms gaan we met de bus, soms is de bestemming per fiets te bereiken. In een cyclus van drie jaar komen een educatieve bestemming, een attractiepark en een themadag aan de beurt en gaan de kinderen in acht jaar naar verschillende bestemmingen. We houden het schoolreisje aan het begin van het jaar om kinderen te laten wennen aan de samenstelling van de soms nieuwe groep en de nieuwe leerkracht en om de leerkracht de kans te geven de leerlingen ook op een andere manier te leren kennen.
Groep 8 gaat aan het eind van hun basisschoolloopbaan drie dagen op kamp. We vragen ook altijd ouders hierbij te helpen. De kosten voor het kamp houden we zo laag mogelijk, zodat ieder kind mee kan gaan. Geen enkel kind wordt uitgesloten bij het niet voldoen van een gevraagde bijdrage.
Algemeen welzijn heeft ook te maken met gezond gedrag. Elke week hebben we op zowel maandag, woensdag als vrijdag fruitdag. De kinderen nemen dan een stukje fruit mee naar school in plaats van een koek of boterham voor in de kleine pauze.
Hoofdluis is een normaal verschijnsel op plaatsen waar veel mensen bij elkaar zijn. De week na elke vakantie worden alle kinderen van de school op hoofdluis gecontroleerd door ouders. Het kan natuurlijk zo zijn dat u thuis (toch) hoofdluis ontdekt bij uw kind(eren). Het is dan zaak dit zo snel mogelijk aan de school te melden. Wij verzoeken u dringend thuis de haren te behandelen zodat de hoofdluis verdwijnt. Hoe u hoofdluis kunt behandelen, kunt u lezen op de website van onze school. Ook kunt u hier het hoofdluisprotocol vinden. De coördinatie van de hoofdluiscontrole is in handen van Olga van Vemde, tel. 06 108 102 99.
Dagelijks doen we ons uiterste best om goed onderwijs te verzorgen en daarbij oog te hebben voor het welzijn van al onze leerlingen. Toch kan het zijn dat ouders/verzorgers niet tevreden zijn. In dat geval vragen we u contact met ons op te nemen, zodat we in een open en eerlijk gesprek kunnen zoeken naar een oplossing.
Wij vragen alle ouders een financiële bijdrage te leveren. Met dit geld organiseert de activiteitencommissie van de school allerlei activiteiten, zoals het sinterklaasfeest, het kerstfeest, de carnavalsochtend en het paasfeest. Voor 2022-2023 is het bedrag 45 euro per leerling. Hiervan gaat 20 euro naar de Activiteitencommissie. Het overige deel is voor de school, dit is bestemd voor een aantal algemene zaken en bijzondere onderwijsondersteunende voorzieningen. De ouderbijdrage heeft een vrijwillig karakter. Leerlingen worden uiteraard nooit uitgesloten van deelname aan activiteiten die binnen lestijd, het curriculum en de verantwoording van de school vallen.
Een aantal activiteiten per leerjaar brengt haar eigen kosten met zich mee. Deze activiteiten zijn o.a.:
● schoolzwemmen (groep 5 en 6)
● schoolreisje (alle groepen)
● kamp (groep 8)
U ontvangt aan het begin of in de loop van het schooljaar een betaalverzoek via Parro.
De St. Bernardusschool heeft voor alle leerlingen een ongevallenverzekering en een doorlopende reisverzekering afgesloten.
Ongevallenverzekering
Op grond van de ongevallenverzekering zijn de leerlingen verzekerd. Deze verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot overlijden of blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen
verzekering van betrokkenen geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade valt niet onder de dekking; als bijvoorbeeld tijdens de gymles een bril door een bal wordt beschadigd, wordt deze niet door school vergoed. De ongevallenverzekering is afgesloten onder de navolgende voorwaarden:
*Indien de daaruit voortvloeiende schade het rechtstreeks gevolg is van de werkzaamheden welke verzekerde uit hoofde van zijn/haar functie verricht.
Deze verzekering is van kracht gedurende de schooltijden evenals tijdens het gaan en komen van de scholen, en wel vanaf een uur voor de aanvang tot een uur na het verlaten van de school. Bovendien is deze verzekering van kracht gedurende excursies, schoolreizen en werkweken, die onder leiding staan van de school. In principe vallen alle door de school geïnitieerde activiteiten onder de dekking van de verzekering.
Indien onverhoopt een leerling een ongeval mocht overkomen, moet dit zo spoedig mogelijk aan de administratie van de school worden medegedeeld. De leerling ontvangt dan een schadeaangifteformulier dat na invulling en ondertekening zo spoedig mogelijk moet worden ingeleverd bij de administratie.
Aansprakelijkheidsverzekering
Voor personeel, vrijwilligers en ouders die aan schoolse dan wel buitenschoolse met de school min of meer verband houdende activiteiten deelnemen heeft de school een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Verzekerd is de aansprakelijkheid voor door derden geleden schade in verband met handelen of nalaten in de verzekerde hoedanigheid, zulks met inachtneming van de in de polis van toepassing verklaarde voorwaarden en rubrieken. Opzet is uitgesloten van de dekking.
Eigendommen van de leerlingen
De school stelt zich niet aansprakelijk voor zoekraken, beschadiging of diefstal van eigendommen van de leerlingen, ook niet uit kluisjes.
Nota bene
Schade die door onrechtmatig handelen van een leerling wordt veroorzaakt, valt onder de eigen verantwoordelijkheid van die leerling (of die van de ouders als de leerling jonger dan 14 jaar is). In geval van schade zal dan aanspraak moeten worden gemaakt op de particuliere verzekering van de betreffende leerling/ouders.
Doorlopende reisverzekering
Deze doorlopende reisverzekering is van toepassing op personeel waaronder stagiaires, vrijwilligers, inleenkrachten en leerlingen en al degenen welke aan schoolse dan wel buitenschoolse met de school min of meer verband houdende activiteiten deelnemen.
Veiligheid, gezondheid en welzijn van kinderen en medewerkers vinden we van groot belang. We hebben op school een arbocommissie die deze zaken regelt. De arbocommissie heeft naar aanleiding van de risico-inventarisatie en -evaluatie een meerjarenplan opgesteld, waarin veranderingen (bijvoorbeeld aan het gebouw), de ontruimingsoefeningen en welzijn van leerlingen en leerkrachten zijn opgenomen. De verkeerscommissie zorgt in overleg met de directeur voor een veilige toegang naar de school en houdt publicatie hierover in de gaten. Elke keer als een groep op stap gaat, dragen de kinderen een reflecterend hesje. Zo zijn ze goed zichtbaar in het verkeer. Om ervoor te zorgen dat er een veilig klimaat is op school en op het plein lopen leerkrachten vóór schooltijd en tijdens de pauze buiten. Natuurlijk hanteren we tijdens het buitenspelen regels waaraan kinderen zich moeten houden.
Als kinderen jarig zijn, mogen zij hun klasgenootjes trakteren. Wij willen benadrukken dat we gezond eten belangrijk vinden en willen daarom ook vragen om voor een gezonde traktatie te zorgen. Uw kind mag op zijn/ haar verjaardag de leerkrachten ook trakteren. Dit mag met dezelfde gezonde traktatie als voor de kinderen. In de groepen 1/2 en 2/3 mag u als ouder aan het begin van de morgen erbij zijn als de verjaardag van uw kind in de klas wordt gevierd.
Bij de vertrouwenspersoon kunnen kinderen, ouders leerkrachten en medewerkers terecht als ze zich (seksueel) geïntimideerd voelen of als hen fysiek en/of psychisch geweld is aangedaan. Het kan gaan om vervelende uitnodigingen, dubbelzinnige opmerkingen, de manier waarop iemand naar je kijkt, handtastelijkheden of extreme pesterijen. Tevens valt hier discriminatie en extremisme onder. De vertrouwenspersoon bij ons op school is: Marieke van Ginkel., m.vanginkel@veluwseonderwijsgroep.nl
Op de begane grond van ons gebouw is een grote open ruimte, de Borg. We delen deze ruimte met de peuteropvang van MAM’s kinderopvang. De ruimte wordt door de school gebruikt voor verschillende activiteiten waar publiek bij kan zijn. Zo wordt Kinderen voor Kinderen georganiseerd, waarbij we bijvoorbeeld toneelstukjes opvoeren, dansen laten zien, gedichtjes voordragen of playbacken. We gebruiken de Borg ook voor handvaardigheid, EHBO-lessen, oefenen van de musical, opening van projectweken, carnaval en lessen die horen bij de Kanjertraining. Na schooltijd wordt deze ruimte gebruikt door de BSO van MAM’s kinderen voor de kinderen tot 7 jaar.
Op de bovenverdieping hebben we een open lesruimte die we het Lab noemen. Deze ruimte gebruiken we met de verschillende groepen die boven zitten als samenwerkruimte, voor de Eureka-lessen en als we in circuits werken. Hier bevindt zich ook de bibliotheek van de school. Elke week helpen er ouders met het ruilen van boeken. Na schooltijd wordt deze ruimte gebruikt door de 7+ BSO van MAM’s kinderopvang.
We zijn in het bezit van twee kleurrijke schoolpleinen waar we uiteraard erg trots op zijn. Het speelplein aan de Willem Tellstraat is bedoeld voor de onderbouw en peuteropvang van MAM’s kinderopvang. Het is een overzichtelijk plein met speeltoestellen die met name voor de jongere kinderen geschikt zijn. Het plein aan het Pastoor Somstraat is uitdagend voor kinderen van de midden- en bovenbouw en er kan naar hartenlust gespeeld worden. Onder schooltijd gebruiken we het plein voor bewegend leren: leren in combinatie met bewegen. U kunt hierbij denken aan springen op een getallenlijn, spelling oefenen met het Zweeds Renspel, etc. Na schooltijd maakt de BSO van MAM’s Kinderopvang gebruik van het plein. Het schoolplein is geen openbaar speelterrein na schooltijd. Tijdelijk is op het plein een ruimte gerealiseerd voor MAM’s kinderopvang voor de baby’s en dreumesen. In de toekomst hopen we samen met MAM’s in de school een Integraal Kind Centrum (IKC) te vormen.
De gezondheid van onze kinderen staat voorop. Kinderen moet rookvrij kunnen opgroeien. Met ingang van 1 januari 2021 is het verplicht een rookvrij schoolplein te hebben. De maatregel geldt voor basisscholen, middelbare scholen, mbo- en hbo-instellingen en universiteiten. Daarom is ook ons schoolplein rookvrij.
Alle lokalen zijn voorzien van middelen die we nodig hebben om op een afwisselende manier lessen te verzorgen die recht doen aan de behoeftes van alle kinderen. Elk lokaal beschikt over laptops en/of tablets voor de digitale verwerking van de lessen. Daarnaast hangt in alle lokalen een digitaal schoolbord. We hebben de onderbouwgroepen zoveel mogelijk bij elkaar gebracht in het gebouw. De lokalen zijn, door de rijke historie van het gebouw, wisselend van grootte. We proberen elk jaar de groep, de onderwijsbehoefte en de ruimte zoveel mogelijk bij elkaar te laten passen.
De school heeft een eigen speelzaal. Deze is bedoeld voor de spellessen van de kleuters. Er is genoeg ruimte en er zijn allerlei materialen waarmee kinderen kunnen spelen en sporten. Momenteel is de ruimte in gebruik als extra leslokaal voor een zevende groep vanwege het huidige leerlingaantal. We maken daarom voor de spellessen van de groepen 1, 2 en 3 gebruik van het gymlokaal van de Van der Reijdenschool, dat op loopafstand van onze school ligt.
De school heeft de beschikking over een orthotheek, waar extra materialen staan die we bij ons onderwijs gebruiken. U moet hierbij denken aan remediërend materiaal en oefenmateriaal voor meer- en minderbegaafde leerlingen. Alle leerkrachten maken hier gebruik van en de intern begeleider heeft een overzicht van de aanwezige materialen. Zij schaft in overleg met de leerkrachten nieuwe materialen aan. De school heeft voor de leerkrachten ook een bibliotheek met vakliteratuur.
Wanneer uw kind ziek is en daarom niet naar school kan komen, vragen wij u uw kind op tijd af te melden. U kunt dat doen door ‘s ochtends tussen 08.00 – 08.25 uur naar school te bellen.
Als er in een gezin een besmettelijke ziekte voorkomt, zoals waterpokken of rode hond, dan worden wij graag op de hoogte gesteld. We kunnen dan anderen waarschuwen en eventueel maatregelen nemen.
De St. Bernardusschool werkt intensief samen met MAM’s Kinderopvang. MAM’s verzorgt naast de wekelijkse peuterinstuif ook de voor- en naschoolse opvang van onze school. U bent natuurlijk vrij om te kiezen van welke kinderopvangorganisatie u gebruikmaakt. Met andere organisaties dan MAM’s hebben wij echter niet dezelfde, intensieve samenwerkingsafspraken.
MAM’s Kinderopvang biedt kinderopvang aan die aansluit bij de opvoeding. Tegelijkertijd is het een uitbreiding van de bestaande leefwereld van het kind. Dagelijks biedt MAM’s een warme, passende speelomgeving voor kinderen, waarin ze met liefde en vakkennis worden begeleid.
MAM’s en de St. Bernardusschool hebben afspraken gemaakt om samen te werken op pedagogische, didactische en organisatorische punten. Zo ontstaat er een sluitend netwerk rondom de kinderen, wat maakt dat zij zich naadloos kunnen bewegen van het MAM’s Kinderdagverblijf (3 mnd- 4 jaar) naar de St. Bernardusschool en, na schooltijd, weer naar MAM’s BSO.
De St. Bernardusschool en MAM’s Kinderopvang organiseren een peuterinstuif waarbij peuters zich binnen een rijke leeromgeving in een kleuterklas spelenderwijs kunnen ontwikkelen. Het doel van de instuif is om binnen de leeromgeving van de basisschool peuters te stimuleren in hun ontwikkeling, zodat de aansluiting op de basisschool optimaal is. De peuterinstuif bestaat uit maximaal 16 peuters die een deel van de morgen bij de kleutergroepen aansluiten. In de peuterinstuif wordt voorschoolse educatie aangeboden.
De peuterinstuif is iedere week op dinsdagochtend, van 8.30 tot 12.00 uur. Bij voldoende aanmeldingen kan de peuterinstuif ook op donderdagochtend worden georganiseerd. Peuters die deel kunnen nemen zijn 2,5 jaar of ouder. Kosten om aan deze peuterinstuif deel te nemen zijn €17,50 euro per ochtend. Wilt u voor uw peuter gebruikmaken van onze peuterinstuif, kijk dan op de website van MAM’s Kinderopvang. Natuurlijk kan de directie van de school u ook meer informatie geven.
Sinds 1 januari 2021 hanteren wij een continurooster. Dit houdt in dat alle kinderen op school lunchen. Kinderen nemen zelf vanuit huis een lunch mee, welke in de eigen groep genuttigd wordt.
VSO staat voor voorschoolse opvang. Kinderen kunnen vanaf 7.30 uur terecht bij MAM’s Kinderopvang, in ons gebouw. De kinderen worden opgevangen door een MAM’s specialist en kunnen nog even spelen. Als het tijd is om naar school te gaan, kunnen de kinderen naar het plein gaan.
BSO is de afkorting voor buitenschoolse opvang. Na schooltijd en tijdens schoolvakanties kunnen de kinderen ook terecht bij MAM’s kinderopvang. De BSO start als de school uitgaat, deze vindt plaats in ons eigen schoolgebouw. De kinderen eten en drinken wat en er is tijd om te vertellen over de schooldag. Aansluitend kunnen de kinderen door middel van het kiesbord bepalen hoe zij hun middag/dag willen vullen.
Tijdens de vakantie-BSO zijn de kinderen de hele dag welkom op de BSO; ze kunnen deelnemen aan leuke activiteiten en er worden regelmatig uitstapjes gepland.
Bij MAM’s zijn alle kinderen welkom. Inschrijven kan het beste via de website; hier zijn geen administratiekosten aan verbonden. Op de website staan de vestigingen die MAM’s heeft. Ga naar de vestiging waar u uw kind wilt aanmelden. Hier vindt u de button ‘inschrijven’. Als u hierop klikt, verschijnt het inschrijfformulier van uw vestiging. Vul dit formulier zo volledig mogelijk in en klik op de button ‘verzenden’. De inschrijving wordt nu verzonden en u zult auto-reply in uw mailbox ontvangen. Vervolgens neemt MAM’s contact met u op voor het maken van een afspraak. Ook hier zijn geen kosten aan verbonden.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Margo Berends – MAM’s Expert Epe, telefoon: (0578) 61 48 84 e-mail: epe@mamskinderopvang.nl website: www.mamskinderopvang.nl
Ons team bestaat uit een directeur, leerkrachten, een intern begeleider, een administratief medewerker en een conciërge. In een enkele klas werkt een onderwijsassistent of een student van de pabo. Een aantal leerkrachten heeft nog een andere taak zoals de kunst- en cultuur-, ICT-, taal-, reken- en BHV-coördinatie. Elke klas heeft één of twee leerkrachten.
De leerlingen hebben het meeste contact met hun leerkracht, die verzorgt de meeste lessen en staat altijd klaar voor de kinderen en hun ouder(s)/verzorger(s). De intern begeleider bewaakt de zorgstructuur van de school en coacht de leerkrachten bij de speciale leerlingenzorg. De leerkrachten zijn het eerste aanspreekpunt als u vragen heeft over uw kind(eren) en/of als u zaken omtrent uw kind(eren) wilt melden. U kunt hiervoor een afspraak maken met de leerkracht zodat er een gesprek na schooltijd ingepland kan worden. Mocht u er met de leerkracht niet uitkomen, dan kunt u uiteraard altijd bij de intern begeleider of directeur terecht.
We worden regelmatig bijgestaan door behulpzame ouders/verzorgers. Zo helpen zij in de bibliotheek en met EHBO. Elke groep heeft een ouder als contactpersoon. Deze brengt met name nieuwe ouders op de hoogte van de gebruiken en gewoontes op onze school. Natuurlijk doen we ook regelmatig een beroep op ouders als het gaat om het organiseren van festiviteiten (zie ook: Activiteitencommissie) en voor excursies. Deze extra handen maken allerlei activiteiten mogelijk. We vinden het fijn als we op hulp kunnen rekenen.
Bij ons op school geven we studenten van de pabo de gelegenheid de praktische opdrachten van hun studie uit te voeren. Pabostudenten worden opgeleid tot leerkracht basisonderwijs. De student loopt een bepaalde periode mee met een leerkracht. De groepsleerkracht is verantwoordelijk voor wat er in de klas gebeurt. Vierdejaars studenten kunnen bij ons op school een LIO- of WPO-stage doen. Na een inwerkperiode zal de student zelfstandig voor de klas staan. De student zal hierbij gecoacht worden door een leerkracht. Wij bieden ook stageplaatsen aan mbo-studenten. Doorgaans volgen zij een opleiding voor klassen- of onderwijsassistent.
Als een leerkracht door ziekte of verlof niet op school is, wordt er door de schoolleiding voor vervanging gezorgd. Mocht het niet lukken een vervanger te regelen, dan proberen we binnen het team een oplossing te vinden. In een enkel geval kan het gebeuren dat we genoodzaakt zijn leerlingen vrij te geven. U krijgt daar dan altijd van tevoren bericht over.
Wij vinden het belangrijk dat we kritisch kijken naar onze school en dat we onszelf en ons onderwijs blijven verbeteren/ontwikkelen. Dit maakt dat we tijd stoppen in studie en scholing. Meestal doen we dit in teamverband, maar leerkrachten scholen zich ook individueel.
Locatiedirecteur Johanna Baijense directie@stbernardusschool.nl ![]() |
|
IB’er Marieke van Ginkelm.vanginkel@veluwseonderwijsgroep.nl ![]() |
Leerkracht Jessica Wessels – Fiks j.wessels@stbernardusschool.nl ![]() |
Leerkracht Lisanne van Kampen l.vankampen@veluwseonderwijsgroep.nl ![]() |
Leerkracht Yvette Koers y.koers@veluwseonderwijsgroep.nl ![]() |
Leerkracht Sylvana Nijhof s.nijhof@stbernardusschool.nl ![]() |
Leerkracht Astrid Vels a.wessel@stbernardusschool.nl ![]() |
Leerkracht Tamara Leeneman t.leeneman@veluwseonderwijsgroep.nl ![]() |
Leerling ondersteuning Simone Fomenko s.fomenko@stbernardusschool.nl ![]() |
Leerkracht Barbara Kok b.kok@veluwseonderwijsgroep.nl ![]() |
Leerkracht Lianne Oosterlaar l.oosterlaar@stbernardusschool.nl ![]() |
Leerkracht Gwendolyn Koldenhof |
Leerkracht Maaike van Aalst m.vanaalst@veluwseonderwijsgroep.nl |
Leerkracht Jenny Beukers j.beukers@veluwseonderwijsgroep.nl |
Leerkracht Tessa Jansen t.jansen@veluwseonderwijsgroep.nl ![]() |
Administratieve kracht Esther Robbertsen administratie@stbernardusschool.nl ![]() |
Conciërge Arie van Overbeek ![]() |
|
Wij stimuleren kinderen hun talenten te ontplooien door ze in een veilige omgeving uitdagende opdrachten te geven. Om in te kunnen spelen op de ontwikkeling volgen we de prestaties van onze leerlingen nauwgezet. De ontwikkeling van de kleuters houden we bij door observaties en vervolgens vullen we het digitale leerlingvolgsysteem in. Alle ontwikkelingsaspecten van de kleuter worden in dit systeem genoemd; zo is de voortgang goed te volgen. Ook wordt in de groepen 2 een aantal Cito-toetsen afgenomen. Daarnaast bewaren we regelmatig werkjes van leerlingen in een verzamelmap.
Pesten komt helaas op iedere school voor. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aanpakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden:
• Pesten moet als probleem worden gezien door alle direct betrokken partijen: leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/ verzorgers.
• De school probeert pestproblemen te voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, wordt het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar gemaakt. Daarna worden met hen regels vastgesteld.
• Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak.
• Als ouders vermoeden dat er sprake is van pesten, melden zij dit bij de leerkracht. Een uitgebreid protocol is op school (ter inzage) aanwezig.
Dyslexiebeleid op de St. Bernardusschool
Wat is dyslexie? In Nederland wordt volgens Stichting Dyslexie Nederland (SDN) de volgende definitie gehanteerd:
“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.”
In verreweg de meeste gevallen van dyslexie betreft het problemen op het gebied van snel en accuraat benoemen van bekende ‘talige’ informatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het snel en goed benoemen van bekende voorwerpen, namen van klasgenoten, namen van de dagen van de week, namen van kleuren etc. Dit wordt ook wel het “labelen” genoemd.
In het leesproces spitst het zich toe op problemen rondom de geautomatiseerde herkenning van letters en letterclusters.
Dyslexie ontwikkelt zich op basis van een neurofysiologische beperking om de vaardigheden op te bouwen die nodig zijn om te kunnen lezen en schrijven. De stoornis zelf is niet te behandelen, maar de beperkingen van de stoornis zijn wel te beïnvloeden.
In groep 1-2 spreken we nog niet van dyslexie. Dit kan pas na minimaal anderhalf jaar leesonderwijs door deskundigen gediagnosticeerd worden. Dus op zijn vroegst midden groep 4.
Risicofactoren
Kinderen waarbij sprake is van (één van deze of een combinatie van) onderstaande risicofactoren, dienen meteen vanaf groep 1 nauwlettend in de gaten gehouden te worden en extra begeleiding te krijgen:
– Lees- en spellingsproblemen in de familie.
– Een vertraagde spraak-/taalontwikkeling.
– Opgroeien in een beperkte geletterde omgeving.
– Onvoldoende beheersing van het Nederlands.
– Hoorproblemen.
– Moeizaam kunnen onthouden en benoemen van willekeurige reeksen.
Het is van belang dat u als ouder bij een vermoeden van één van bovenstaande risicofactoren in gesprek gaat met de leerkracht van uw kind.
Aanpak van mogelijke dyslecten
Op de St. Bernardusschool hanteren we de volgende aanpak:
– Doelgericht handelen (plan, do, check, act, d.m.v. groepsoverzichten, groepsplannen, toetskalender en groepsbesprekingen).
– Zo vroegtijdig mogelijk starten met interventies om een leesdossier aan te leggen.
– Kinderen laten leren in een betekenisvolle omgeving.
– Sociaal leren.
– Strategisch leren.
– Uitbreiden van effectieve leestijd: ‘zoveel mogelijk leeskilometers maken’
– Uitbreiden van leesinstructie.
– Er wordt van ouders verwacht dat zij thuis extra oefenen met hun kind met het lezen.
Procedure richting leesdossier
Op school hanteren we een risicolijst leerlingen dyslexie. De lijst wordt door de interne begeleider up to date gehouden. In ons protocol dyslexie zijn duidelijke vastgelegde afspraken welke leerlingen voor extra meetmomenten in aanmerking komen en welke interventies moeten worden ingezet. Dit wordt in de groepsbespreking met de leerkracht besproken. De extra meetmomenten zijn toetsmomenten die nodig zijn voor het opstellen van een leesdossier. In ieder leesdossier wordt gevraagd naar 3 hoofdmeetmomenten en 2 goede interventieperiodes waarin aangetoond moet worden welke extra begeleiding er heeft plaatsgevonden en wat hier het resultaat van is.
De leerkracht onderhoudt het contact met ouders over het opstellen van het leesdossier.
Als (bijna) aan de criteria wordt voldaan, dan wordt in overleg met ouders een leesdossier opgesteld. Ouders kiezen alvast een zorgverlener waar ze het onderzoek en de mogelijke behandeling, vergoed kunnen krijgen en vullen alvast de oudervragenlijst in van deze aanbieder. De school kan ouders hierin adviseren. Het leesdossier en de oudervragenlijst wordt door de school naar het CJG gestuurd. Het CJG screent het dossier en geeft, als er is voldaan aan de voorwaarden, een beschikking af voor behandeling.
Toch vermoeden dyslexie?
Mocht een leerling niet voldoen aan de criteria, wil dit niet zeggen dat hij of zij geen dyslexie kan hebben. Het zou bijvoorbeeld kunnen zijn, dat de intelligentie (voor een gedeelte) compenserend is. In dat geval kan wel een onderzoek gedaan worden, maar wordt dit niet vergoed en ook eventuele behandelingen daarna worden niet vergoed. Mochten ouders een onderzoek willen aanvragen dan moet de school ook de overige criteria aanhouden voor het indienen (dus 3 meetmomenten met 2 goede interventieperiodes).
Afspraken voor leerlingen met dyslexieverklaring
De begeleiding van dyslectische kinderen moet volgens de Gezondheidsraad gericht zijn op:
1. het zo snel mogelijk bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van automatisering van de woordherkenning en schriftbeeldvorming (technisch lezen en spellen);
2. het kunnen omgaan met een laag niveau van deze automatisering (compenserende strategieën);
3. het voorkomen van intellectuele achterstand in verhouding tot het geheel van de individuele mogelijkheden;
4. het voorkomen of verminderen van emotionele en sociale gevolgen.
Toetsen
– Op de St. Bernardusschool volgen we de adviezen op die worden gegeven door CITO en de orthopedagoog (denk aan: vergrote versie, meer tijd, voorlezen zonder intonatie van de toets of digitale versie, in meerdere delen afnemen).
– De toets begrijpend lezen wordt niet voorgelezen, maar afgenomen op het beheerste leesniveau van het kind. Daarnaast wordt de toets begrijpend luisteren afgenomen.
– In uitzonderlijke situaties kunnen we ervoor kiezen om een leerling met ernstige leesproblemen voorafgaand aan de toetsafname de teksten zelf alvast door te laten lezen, bij voorkeur op de dag waarop de toets wordt afgenomen.
– Elk schooljaar bekijkt de leerkracht samen met ouders (en de leerling) welke aanpak de leerling nodig heeft. Het hoeft niet zo te zijn, dat dit alle schooljaren gelijk blijft. De aanpak leggen we vast in een plan.
Begeleiding
Op het moment dat een leerling een dyslexieverklaring heeft gekregen, volgt de St. Bernardusschool de adviezen voor begeleiding van de orthopedagoog of psycholoog op. Wettelijk gezien hebben dyslectische kinderen geen specifieke rechten. Wel staat er vanuit het Ministerie van Onderwijs voorgeschreven dat leerlingen met dyslexie in het basisonderwijs recht hebben op aanpassingen bij bijvoorbeeld de CITO-toets (zie hierboven).
Ook in het protocol dyslexie staan adviezen voor aanpassingen.
Wij bekijken per kind, in overleg met ouders, wat hij of zij nodig heeft. Als er wordt voorgelezen in de klas, houden de leerkrachten zodanig rekening met de andere leerlingen, dat deze dit voorlezen niet als lastig ervaren.
Claroread
Op de St Bernardus gebruiken we het programma Claroread. Dit is dyslexiesoftware voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben op het gebied van lezen en spelling. ClaroRead is een perfect hulpmiddel voor mensen met dyslexie. Het leest alle tekst voor op de computer. ClaroRead is er voor het lezen van teksten, leren en bestuderen van teksten en maken van teksten.
Wat is er allemaal mogelijk met Claroread?
✓ Claroread leest tekst die op het beeldscherm verschijnt, hardop voor.
✓ De leessnelheid kan worden aangepast.
✓ Met Claroread kunnen ook teksten rechtstreeks van internet worden voorgelezen.
✓ Naast de voorleesfunctie is het ook mogelijk om delen van teksten te markeren
Meer informatie kunt u vinden op www.claroread.nu
Kinderen hebben verschillende potenties en leerstijlen. Ons onderwijs in de groep is zo ingericht dat kinderen op drie niveaus instructie krijgen.
In alle jaargroepen werken wij met groepsplannen. Het belangrijkste doel hiervan is om het onderwijs voor een langere periode voor alle leerlingen te plannen waarbij we rekening houden met verschillen. De doelen, leerinhouden en aanpak voor de verschillende leerlingen worden opgeschreven in het groepsplan nadat we eerst een grondige analyse hebben gemaakt van de prestaties van iedere individuele leerling. We bekijken wat de onderwijsbehoeften zijn van de leerlingen; wat hebben ze nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen?
In elke groep en bij elke les zitten leerlingen die het doel al grotendeels beheersen en meer aankunnen, kinderen die met een korte instructie het lesdoel zelfstandig kunnen verwerken en kinderen die na de basisinstructie nog een specifiekere instructie nodig hebben voor het leerdoel. Door veel te werken met circuits en met Snappet kunnen we de les zo indelen dat een leerkracht deze verschillende instructies aan de betreffende groep leerlingen kan geven en iedereen daardoor krijgt wat hij of zij nodig heeft. Door te werken met dag- en/of weektaken worden de momenten van instructie voor leerlingen afgewisseld met zelfstandig werken-tijd. Op deze weektaken is ook altijd ruimte voor opdrachten die uitdagen tot moeilijkere taken, creatieve taken of het oefenen van het leerdoel d.m.v. spelopdrachten. We zorgen dat onze lessen worden ondersteund met visueel materiaal en we helpen kinderen die dat nodig hebben door de inzet van koptelefoons en/of stiltewerkplekken. Binnen de setting van de groep zorgen we voor extra ondersteuning op het gebied van spelling, rekenen, uitdaging (door verdiepend rekenen, taal, projecten en vreemde talen), leren leren en op sociaal gebied.
Soms is het een zoektocht om te ontdekken welke ondersteuning een kind het beste kan helpen of misschien is het nodig een kind een periode extra te ondersteunen zodat het daarna weer zelf verder kan. Denk hierbij aan dyslexie, dyscalculie of psycho-educatie. Ook kan het zijn dat een kind juist extra uitdaging nodig heeft die niet binnen de setting van de klas gegeven kan worden. Hiervoor kan de leerkracht terecht bij de intern begeleider van de school of één van de specialisten (rekenen, taal, begaafdheid, gedrag, etc.).
We onderzoeken eerst welke hulp en ondersteuning een kind al heeft gehad binnen de setting van de klas en wat wij als school nog meer kunnen bieden. Mocht het vraagstuk rondom de juiste ondersteuning van een leerling meer vragen dan wij binnen de school kunnen bieden, dan kunnen wij een beroep doen op de specialisten van ons samenwerkingsverband Zeeluwe. Zij kunnen verder onderzoek doen en specialisten inzetten op het gebied van taal, lezen, rekenen en gedrag.
Soms is ondersteuning door een logopedist, fysiotherapeut of gedragswetenschapper gewenst of kan de schoolmaatschappelijk werker ingezet worden. Deze specialisten kunnen ondersteuning aanbieden op school en onder schooltijd of in hun eigen praktijk buiten schooltijd. Dit gebeurt altijd in overleg met school. Zelf hebben wij vanuit de stichting een specialist begaafdheid in huis (Anna-Paulien van Dijk) die onze interne specialist (Simone Fomenko) opleidt om onze leerlingen in peergroups extra uitdaging en psycho-educatie te bieden.
Ieder kind heeft recht op goed onderwijs. Kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, moeten die zoveel mogelijk krijgen in het reguliere onderwijs. Dat is het uitgangspunt van de Wet passend onderwijs.
Door deze wet zijn scholen verantwoordelijk voor het bieden van een passende onderwijsplek aan ieder kind. Onze school werkt samen met andere scholen in de regio en scholen voor speciaal onderwijs zodat we samen alle leerlingen passend onderwijs kunnen geven. Wanneer extra ondersteuning aan de orde is, zal de leerkracht dit altijd met u als ouder, onze intern begeleider en de gedragswetenschapper van de school overleggen. Verder kunnen wij overleggen met de schoolmaatschappelijk werker en de jeugdverpleegkundige die vanuit het CJG aan onze school verbonden zijn. In ons Schoolondersteuningsplan (SOP) hebben wij omschreven welke extra ondersteuning wij aanbieden.
Als blijkt dat kinderen niet in het reguliere onderwijs terecht kunnen, kunnen zij in het speciaal basisonderwijs geplaatst worden. Onze school werkt nauw samen met SBO De Vorm (www.sbodevorm.nl), de school voor speciaal basisonderwijs van de Veluwse Onderwijsgroep. Meer informatie over passend onderwijs in onze gemeente is te vinden op: www.zeeluwe.nl
Sommige jongeren of kinderen hebben extra hulp nodig. Om hen goed te helpen, is een soepele samenwerking nodig tussen alle leerkrachten, hulpverleners en instanties. De Verwijsindex Gelderland zorgt daarvoor. De Verwijsindex is een systeem waarin hulpverleners en andere professionals de persoonsgegevens registreren van jongeren (tot 23 jaar) waarover zij zich zorgen maken. Deze registratie bevat geen inhoudelijke informatie. Met het afgeven van een signaal in de verwijsindex, wordt het netwerk rondom een kind/jongere in beeld gebracht. Het zorgt ervoor dat de hulpverleners elkaar snel weten te vinden. Meer informatie: http://www.multisignaal.nl/gelderland-foodvalley/.
Een sociaal veilige omgeving is een belangrijke voorwaarde voor een kind om zich te ontwikkelen en te kunnen leren. Wij besteden daar veel aandacht aan op verschillende manieren:
• Alle leerlingen van groep 1 tot en met 8 krijgen Kanjertraining. Met deze bewezen succesvolle methode versterken kinderen hun sociale vaardigheden en leren zij conflicten op te lossen, verantwoordelijkheid te nemen en respect te hebben voor anderen en andere meningen.
• Dagelijks observeren wij in de groepen het welbevinden van de leerlingen individueel en de groep als geheel. Hierdoor kunnen wij snel actie ondernemen als er sprake is van pestgedrag of ander gedrag dat een bedreiging is voor de sociale veiligheid.
• Via een erkend leerlingvolgsysteem onderzoeken wij meerdere keren per jaar het welbevinden van onze leerlingen. De resultaten ervan bespreken wij in ons teamoverleg, waarna we eventueel een actieplan maken.
• Eén keer per jaar doen we een onderzoek van de PO-raad naar de tevredenheid en het gevoel van sociale veiligheid onder leerlingen van groep 7 en 8. De uitkomst hiervan wordt gepubliceerd op www.scholenopdekaart.nl
• De groepsleerkracht is het eerste aanspreekpunt bij pesten of vermoedens daarvan. Daarnaast kunnen ouders eventueel contact opnemen met de locatiedirecteur of intern begeleider. De IB’er ondersteunt ook het onderwijzend team bij complexere vraagstukken rondom sociale veiligheid.
• Het welbevinden van onze leerlingen is altijd een van de onderwerpen die wij met ouders bespreken tijdens oudergesprekken. Iedere ouder wordt minimaal twee keer per jaar uitgenodigd voor een gesprek.
• Via het netwerk ‘Gedrag’ van de Veluwse Onderwijsgroep, waarvan onze school deel uitmaakt, wisselen wij kennis op het terrein van sociale veiligheid uit met andere scholen. De deelnemers aan dit netwerk volgen regelmatig scholing om hun vakkennis actueel te houden.
Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Epe
Het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) is er voor alle vragen over opgroeien en opvoeden. Of het nu om babyverzorging gaat of lastige pubers, om voeding en gezondheid of ontwikkeling en gedrag. U kunt er terecht voor advies en begeleiding en aanvragen voor jeugdhulp. Ook jongeren kunnen bij het CJG terecht, met vragen en/of voor hulp.
Binnen het CJG kunt u alle deskundigheid van verschillende professionals op één plek vinden.
Het CJG is er voor:
Om de gezondheid, groei en ontwikkeling van uw kind goed te kunnen volgen, wordt uw kind onderzocht in groep 1/ groep 2 en in groep 6. Dit gebeurt door de jeugdarts, assistente jeugdgezondheid, jeugdverpleegkundige en logopedist. Ook geeft de assistente jeugdgezondheid een groepsles in groep 4 en 7.
Deze medewerkers jeugdgezondheid maken deel uit van het CJG.
Daarnaast worden kinderen in het jaar dat ze 9 worden uitgenodigd voor de DTP/BMR vaccinatie en in het jaar dat ze 10 worden voor de HPV-vaccinatie. De vaccinaties worden door de GGD op een centrale locatie in de regio gegeven. Voor het verzetten van een afspraak met de medewerkers van de jeugdgezondheidszorg 4-18 kunt u op werkdagen van 8.00-12.00 uur contact opnemen met GGD NOG: (088) 443 31 00.
Wilt u in contact komen met de orthopedagoog, de (school) maatschappelijk werker, de jeugdhulpverlener of jeugd verpleegkundige/jeugdarts binnen het CJG? Dit kan via school of door contact te zoeken met het CJG.
Kijk voor meer informatie op de website van het CJG; www.cjgepe.nl.
Als u op zoek bent naar informatie over opvoeden en ontwikkeling, dan is veel te vinden op de website van het CJG onder ‘opvoedinformatie’. Vindt u niet de informatie die u zoekt? Of heeft u voor u als ouder/verzorger, of voor uw kind(eren), ondersteuning nodig? Neem dan contact op met het CJG. Op werkdagen tussen 8.30-12.30 rechtstreeks bereikbaar, telefonisch, via de mail of door even binnen te lopen.
U kunt voor vragen en/of aanmeldingen ook bij de baliemedewerkster terecht. Dit kan in Vaassen op de maandag- en donderdagochtend en in Epe op de dinsdag-, woensdag-, en de vrijdagochtend.
Bereikbaarheid
Balie CJG Epe, Korte Veenteweg 9a, 8161 PC Epe: dinsdag, woensdag en vrijdag 8.30-12.30
Balie CJG locatie Vaassen, Dorpsstraat 62, 8171 BS: maandag en donderdag 8.30-12.30
Telefonisch: maandag t/m vrijdag 8.30-12.30 op 0578-72 00 00
Mail: info@cjgepe.nl
Website: www.cjgepe.nl
In 2012 zijn wij als school de samenwerking aangegaan met ‘Logopedie Schulte’ en ‘Fysiotherapie Dalfsen’. Enkele van onze leerlingen hebben logopedische en/of kinderfysiotherapeutische zorg nodig.
Hoe gaat dit in z’n werk? Heeft u zelf vragen of zorgen over de motorische en/of spraak- en taalontwikkeling van uw kind, dan kunt u dit met de leerkracht bespreken; mogelijk herkent zij uw zorg. De leerkracht kan u dan in contact brengen met de betrokken therapeut voor overleg of om eventueel een onderzoek te laten uitvoeren. Ook de huisarts of jeugdarts kunnen u doorsturen naar een therapeut. U bent natuurlijk vrij om dan zelf een gekwalificeerde instantie te benaderen.
Daarnaast willen wij u als school de mogelijkheid bieden om in contact te komen met Lian Schulte (eigenaar van Logopedie Schulte) en Ingrid Timmerhuis (eigenaar van Fysiotherapie Dalfsen). Indien een behandeling geïndiceerd is, kan deze behandeling eventueel onder schooltijd plaatsvinden. In overleg met de leerkracht wordt dan een geschikt moment uitgezocht. Het onderzoek vindt plaats in aanwezigheid van een van de ouders en/of verzorgers. Tijdens de behandeling hoeft u niet altijd aanwezig te zijn, maar het kan natuurlijk wel. Het voordeel van deze samenwerking is dat de lijnen tussen de specialist, de leerkracht, u als ouder en uw zoon/dochter erg kort blijven.
De bekostiging van logopedie en fysiotherapie vindt niet plaats vanuit het onderwijsbudget, maar vanuit uw zorgverzekeraar (niet elke zorgverzekeraar contracteert fysiotherapie en logopedie op school). We hopen u als school middels deze samenwerking een extra service te bieden als het gaat om deze specialistische hulp.
Voor meer informatie over logopedie kunt u kijken op www.logopedieschulte.nl
Voor meer informatie over fysiotherapie kunt u kijken op www.fysiotherapiedalfsen.nl
Wij hebben een samenwerking met Intraverte. Intraverte is gespecialiseerd in het begeleiden van kinderen met een motorische en/of sociaal-emotionele hulpvraag. Deze begeleiding wordt gedaan vanuit een totaliteitsvisie waarin de disciplines kinderoefentherapie en psychomotorische therapie samenkomen.
De werkwijze bevat veel spel- en oefensituaties. Zo wordt er spelenderwijs aan de specifieke ontwikkeldoelen voor het kind gewerkt. Bij Intraverte staat het kind centraal. Omdat de omgeving (situatie thuis en op school) van grote invloed is op de ontwikkeling van een kind, worden ouders/verzorgers nauw bij het hele traject betrokken. Ook is er, als u daarmee instemt, contact met de leerkracht en/of intern begeleider op school.
Meer informatie over Intraverte vindt u op www.intraverte.nl
Kindpakket is een organisatie die voor kinderen van 4 tot 18 jaar uit gezinnen met een laag inkomen een aantal activiteiten mogelijk maakt. Hierdoor kunnen deze kinderen meedoen met hun leeftijdgenootjes.
Informatie en hulp aanvragen: www.kindpakket.nl
Het Schoolmaatschappelijk werk biedt lichte vormen van psychosociale hulp, advies en ondersteuning aan ouders en kinderen waar deze aanvullend is op de ondersteuning en zorg die de scholen zelf kunnen bieden. De optimale ontwikkeling van het kind staat daarbij altijd centraal.
Het Schoolmaatschappelijk werk kan teamleden van scholen ondersteunen met specifieke kennis van een gezonde, psychosociale ontwikkeling van het kind en kan tevens helpen bij verwijzing naar en coördinatie van speciale en geïndiceerde vormen van zorg. Dit kan ook gaan om niet-schoolgerelateerde problemen.
Daarnaast kan de schoolmaatschappelijk werker de samenwerkingsrelatie en communicatie bevorderen tussen kind, ouders en school.
Schoolmaatschappelijk werk van Vérian is kernpartner van het CJG.
Opvoeden gebeurt thuis, maar ook op school. Een groot gedeelte van de dag brengt uw kind door op school. Het is in het belang van het kind dat ouders en school elkaar ondersteunen in de opvoeding en informeren over het welzijn van het kind. Een regelmatig contact is daarvoor noodzakelijk. Ouders zijn altijd welkom om te komen praten over hun kind. Dit kan na schooltijd. Als u wat langer wilt praten, kunt u een afspraak maken. Mochten wij u willen spreken, dan zullen we u uitnodigen voor een gesprek.
Via onze website www.stbernardusschool.nl kunt u geïnformeerd worden over van alles wat er op onze school gebeurt:
De interne communicatie tussen ouders en school verloopt via onze schoolapp Parro of de mail. Iedere ouder van een leerling op onze school kan via een uitnodiging vanuit school in deze app gelinkt worden aan de school en de klas van zijn/haar kind. Hierdoor blijft u op de hoogte van alles wat er op school en in de klas van uw kind speelt en kunt u zich opgeven voor gesprekken, aanmelden voor de begeleiding van bijvoorbeeld excursies en foto’s zien van activiteiten. U ziet in de kalender school- en groepsactiviteiten staan. Ook kunt u binnen deze app een gesprek voeren met de leerkracht als u kleine, praktische vragen heeft. Parro is verbonden aan ParnasSys, ons leerlingvolg- en administratiesysteem.
U kunt ons volgen op Facebook en Instagram. Hierop publiceren we regelmatig korte nieuwtjes die u dan als eerste ontvangt! Voeg ons toe:
@StBernardusEpe facebook.com/sint.bernardusschool
instagram.com/st.bernardusschoolepe
Aan het begin van het schooljaar krijgt u een jaarkalender. Hierin staat precies welke activiteiten u wanneer kunt verwachten. Op die manier kunt u al vroeg rekening houden met wat komen gaat.
Ongeveer twee keer per maand verschijnt de nieuwsbrief van de school. Hierin staat allerlei informatie over o.a. de komende activiteiten. Deze wordt per mail verstuurd en wordt gepubliceerd op de website en de app van de school.
We werken als school met ParnasSys, een webbased leerlingvolgsysteem en leerlingadministratiesysteem in één. Een van de onderdelen van ParnasSys is het ouderportaal. Via het ouderportaal kunnen wij informatie beschikbaar stellen voor ouders. Denk hierbij aan individuele gegevens van uw eigen kind(eren), digitale rapporten met resultaten, verzuim, administratieve gegevens van de klasgenootjes van uw kind(eren), etc. Het ouderportaal is een aanvulling op het persoonlijk contact dat u met de leerkracht(en) van uw kind(eren) heeft.
Aan het begin van elk schooljaar organiseren we een informatieavond. De leerkracht zal op deze avond met u kennismaken en vragen beantwoorden. Hierbij gaat het vooral over wat er in de klas gebeurt en wat er gedurende het schooljaar wordt aangeboden aan leerstof. Uw aanwezigheid tijdens deze avond is zeer gewenst!
Drie keer per jaar organiseren we oudergesprekken: aan het begin van het schooljaar (de zogenaamde kennismakingsgesprekken) en na het eerste en tweede rapport. De gesprekken in juni zijn facultatief. De school nodigt u uit voor een kort gesprek over de vorderingen van uw kind. Mochten we meer tijd nodig hebben, dan maken we een vervolgafspraak. Natuurlijk kunt u altijd tussentijds bij de leerkracht een gesprek aanvragen. U kunt hiervoor inschrijven via Parro, onze schoolapp.
U kunt drie keer per jaar, na schooltijd, de schriftjes van uw zoon/dochter bekijken. De data en tijdstippen kunt u vinden in de jaarkalender.
Iedere groep op school heeft één of twee contactouders. Deze contactouders werken op vrijwillige basis en staan tussen de ouders en de leerkrachten in. Zij kunnen u wegwijs maken in de gebruiken van onze school en in contact brengen met de andere ouders van de groep. Tijdens de informatieavond aan het begin van het schooljaar kunt u kennismaken met de contactouder van de groep van uw kind.
De activiteitencommissie wil de samenwerking tussen de ouders en de school bevorderen. De commissie bestaat uit zes tot acht ouders. Elk lid neemt steeds zitting voor een periode van twee jaar. De activiteitencommissie stuurt diverse werkgroepen aan die activiteiten binnen en buiten de school organiseren, zoals het feest rondom Sinterklaas, kerst, carnaval, Pasen en eventueel de schoolfeestdag.
In de medezeggenschapsraad (MR) zijn ouders en personeel vertegenwoordigd. Leden van de raad worden voor drie jaar benoemd. De medezeggenschapsraad praat mee, geeft advies en beslist mee over zaken die de school aangaan.
De vergaderingen zijn deels openbaar, u bent daar van harte welkom! De medezeggenschapsraad is ook vertegenwoordigd in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Hierin zijn alle scholen binnen de stichting vertegenwoordigd.
Mocht u vragen hebben aan de MR of een vergadering bij willen wonen, dan kunt u contact opnemen met de voorzitter van de medezeggenschapsraad via mr@stbernardusschool.nl
Om de kwaliteit van ons onderwijs te handhaven, stellen we onszelf voortdurend vragen: waar staan we nu met ons onderwijs? Wat willen we bereiken? Hoe doen we dat? Wat moet er veranderd of verbeterd worden? Hoe bereiken we de beste resultaten? Trendanalyses vanuit het leerlingvolgsysteem zijn een belangrijk middel om ons onderwijs te evalueren.
Onze speerpunten voor 2022-2023 zijn:
Onze school houdt zorgvuldig bij welke resultaten we behalen. Daarvoor worden toetsen gebruikt. Deze toetsen zijn zelfgemaakt, horen bij een methode of zijn methodeonafhankelijk. Ook gebruiken wij een leerlingvolgsysteem, waarbij de ontwikkeling van het kind nauwkeurig gevolgd wordt. Van elke toets is bekend hoe de leerlingen moeten scoren. Daarover zijn duidelijke afspraken gemaakt. De resultaten bespreken de leerkrachten met de kinderen, de intern begeleiders en elkaar.
Twee keer per jaar krijgen de kinderen een rapport mee. Het rapport geeft u informatie over de inzet, de werkhouding en de schoolvorderingen van uw kind. Daarnaast worden in het rapport ook indicaties gegeven over de totale vorming en ontwikkeling van uw kind. De resultaten van de Cito-toetsen worden na afname in het midden en aan het einde van het jaar aan u verstrekt. De scores van uw zoon/dochter kunt u ook volgen in het ouderportaal.
Vanaf groep 3 maken de kinderen regelmatig toetsen: methodegebonden toetsen en de toetsen van het Cito-leerlingvolgsysteem (LVS); deze toetsen beslaan verschillende vakgebieden. Resultaten worden digitaal vastgelegd, zodat een goed overzicht van de voortgang van de leerling ontstaat. Daarnaast kunnen de resultaten van de individuele kinderen vergeleken worden met het gemiddelde van de groep. Van ieder kind wordt een leerlingendossier bijgehouden. Hierin staan o.a. gegevens van het aanmeldingsformulier, de toets- en rapportgegevens van de verschillende leerjaren, gegevens over speciale onderzoeken en gesprekken met ouders. De groepsleerkracht beheert deze gegevens. Eens in de acht weken bespreken de leerkrachten van elke groep samen met de intern begeleider de groepsresultaten. Hierbij komt ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen ter sprake. Aan het einde van het schooljaar bespreekt de groepsleerkracht de leerlingen met de volgende leerkracht. Regelmatig bespreken alle leerkrachten met elkaar de ontwikkelingsvoortgang van de kinderen die gedurende langere tijd speciale aandacht of zorg nodig hebben.
Uitgangspunt is dat leerlingen niet doubleren. Wel kunnen leerlingen een eigen leerlijn volgen binnen het leerstofjaarklassensysteem. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarbij in het belang van het kind doublure moet worden overwogen. Het komt ook voor dat ouders een verzoek tot doublure indienen. Het laten doubleren van een leerling is een besluit dat in overleg met ouders/verzorgers, groepsleerkracht, IB’er en directie wordt genomen. In alle gevallen staat steeds het belang van het kind voorop. We hanteren hierbij een protocol.
• Er is sprake van een aantoonbare achterstand van minimaal een half jaar op één of meer leergebieden (Cito-leerlingvolgsysteem).
• Er is sprake van een sociaal-emotionele achterstand.
• Er is een grote mate van zekerheid dat een doublure zal leiden tot verbetering.
Per leerjaar bieden we de leerlingen lesstof aan die past bij dat jaar. We verwachten dat alle leerlingen zich ontwikkelen langs een gemiddelde lijn. Als leerlingen hiervan afwijken, zoeken we naar een eigen leerlijn. Dit kan betekenen dat leerlingen versneld of vertraagd de leerstof verwerken. We bepreken dit altijd met de ouders/verzorgers. De school neemt uiteindelijk het besluit hierover.
We werken altijd om het beste in leerlingen naar boven te halen. Een leerling die versneld door de leerstof gaat, krijgt in principe eerst verdiepings- of verbredingsstof aangeboden. Dit staat op de weektaak of in een handelingsplan. Er is altijd sprake van een ononderbroken ontwikkelingslijn. Dat wil zeggen dat alle leerlingen verder leren in hun ontwikkeling. Meestal gaan ze hiervoor door naar een volgende groep. Soms doet een leerling drie schooljaren in twee jaar (versnelde doorstroming), soms doubleert een leerling in de groep (verlengde leertijd). Leerlingen die meer kunnen, krijgen extra stof aangeboden. Kijk voor meer informatie bij ‘Onderwijs op maat’.
In groep 8 maken de leerlingen in april een eindtoets. We gebruiken hiervoor de eindtoets van Cito. Niet alle leerlingen doen mee aan de toets. In sommige gevallen bieden we de mogelijkheid mee te doen aan een andere (Cito-)toets. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders, leerkrachten en intern begeleider. Leerlingen maken een andere toets als er sprake is van:
Afgelopen jaren hebben onze leerlingen ook deelgenomen aan de Cito-eindtoets. Daarbij hebben we de volgende eindopbrengsten behaald:
Schooljaar | Aantal leerlingen | Eindscore | Landelijk gemiddelde |
2018-2019 | 29 | 540,6 | 534,8 |
2019-2020 | 11 | geen Eindtoets i.v.m. Corona | |
2020-2021 | 25 | 537,6 | 535 |
2021-2022 | 21 | 536 | 534,8 |
Als alles verloopt zoals we verwachten, zullen de leerlingen na groep 8 hun schoolloopbaan voortzetten in het voortgezet onderwijs. Aan het eind van groep 7 zal de leerkracht een voorlopig advies geven. In februari volgt dan het schooladvies van de leerkracht van groep 8. Deze adviezen zijn gebaseerd op observaties, cijfers, de scores van het Cito-leerlingvolgsysteem en overleg met collega’s. Nadat dit besproken is met de ouders geeft de school uiterlijk 15 maart het advies van de leerkracht door aan het voortgezet onderwijs (VO) in geval van RSG en Noordgouw. Aanmelden bij de VO-scholen van de Veluwse Onderwijsgroep moet dit jaar uiterlijk 1 april gebeurd zijn.
Daarnaast doen de leerlingen van groep 8 in april mee aan de eindtoets. De resultaten daarvan zijn in mei bekend. Als een leerling de eindtoets beter maakt dan verwacht, zullen wij als school het schooladvies heroverwegen, in overleg met de ouders. Dat kan leiden tot een wijziging in het schooladvies, maar er kan ook beslist worden dat wordt afgeweken van het resultaat van de eindtoets. Soms maken leerlingen de eindtoets minder goed dan verwacht. In dat geval mag de basisschool het schooladvies niet aanpassen.
In de loop van het schooljaar zal de school de leerlingen en hun ouders op de hoogte houden van open dagen van alle middelbare scholen in Epe en omgeving.
In juli 2022 verlieten 21 leerlingen van groep 8 onze school. Het advies van de school was:
schooladvies | aantal leerlingen |
vmbo basis/kader | 2 |
vmbo kader/mavo | 2 |
mavo | 2 |
mavo/havo | 5 |
havo/vwo | 5 |
vwo | 5 |
Onze school kent een open aannamebeleid. Dat betekent dat ieder kind in principe welkom is. Het is prettig als u voor informatie of aanmelding een afspraak maakt met de locatiedirecteur. Zij kan u alles over de school vertellen en uw vragen beantwoorden. Aan het eind van het gesprek krijgt u de aanmeldingsformulieren. Wij vragen u deze formulieren zorgvuldig in te vullen. U kunt de locatiedirecteur telefonisch bereiken via (0578) 613 068 of mail: directie@stbernardusschool.nl.
U kunt uw zoon of uw dochter officieel vanaf drie jaar schriftelijk aanmelden bij ons op school. We streven ernaar u binnen zes weken na ontvangst van deze aanmelding te laten weten of onze school uw kind kan toelaten; in enkele gevallen duurt de berichtgeving maximaal vier weken langer.
Als uw kind jonger dan drie jaar is, kunt u uw kind nog niet aanmelden. Mocht u interesse hebben in onze school, dan kunt u dat kenbaar maken met een vooraanmelding. Het aantal vooraanmeldingen geeft de school een beeld van het aantal ouders dat voor hun kind geïnteresseerd is in ons onderwijs. U kunt wettelijk geen rechten ontlenen aan een vooraanmelding.
Nieuwe leerlingen die de school bezoeken, proberen we allereerst zich thuis te laten voelen. Meestal hebben deze kinderen van tevoren al een bezoek aan de school gebracht of hebben een dagje meegedraaid in hun nieuwe groep.
Gedurende de eerste maanden zijn aandacht, nauwkeurige observatie en regelmatig contact met de ouders belangrijk om een goed beeld te krijgen van de nieuwe leerling. Daarmee wordt een goede basis gelegd voor het verdere functioneren van de leerling.
Wanneer uw zoon/dochter bij ons op school komt, kunt u bij de directie of bij de leerkracht van uw kind een ‘startpakket’ halen. Hierin vindt u alle informatie die voor u van belang is.
Sinds de invoering van de Wet passend onderwijs hebben alle scholen in Nederland een zorgplicht. Dat betekent dat scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die op hun school zit of die zich bij hun school aanmeldt een passende onderwijsplek binnen het samenwerkingsverband (SWV) van de school krijgt. Onze school werkt samen in het SWV Zeeluwe, www.zeeluwe.nl.
Mocht onze school uw kind niet voldoende kunnen begeleiden, dan is het onze plicht om samen met u een andere basisschool binnen het SWV te zoeken die wel aan de onderwijsbehoefte van uw kind voldoet. De termijn hiervoor is zes weken, soms kan deze één maal verlengd worden met vier weken. Alle scholen binnen het SWV hebben een ondersteuningsprofiel waarin beschreven staat welke ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. Lees in ons ondersteuningsprofiel wat u mag verwachten van onze school.
Schoolondersteuningsprofiel St. Bernardusschool 2022
Voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs (sbo) of speciaal onderwijs (so) moet onze school bij het SWV een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Met deze verklaring heeft een leerling recht op plaatsing in het sbo van het SWV of so in heel Nederland. Onze school werkt nauw samen met sbo Van der Reijdenschool en sbo De Vorm, de school voor katholiek speciaal basisonderwijs van de Veluwse Onderwijsgroep.
Een leerling mag pas geweigerd worden als de school aan de zorgplicht, zoals hierboven beschreven, heeft voldaan. Een andere reden kan zijn dat er op de school van aanmelding geen plek is of als de ouders weigeren te verklaren de grondslag van het onderwijs van de school te respecteren.
Bij verhuizingen buiten de regio gelden dezelfde regels; ouders melden hun kind aan op de school van hun voorkeur. Deze school bekijkt of ze het kind een passende plek kan bieden. Kan de school uw kind niet toelaten, dan biedt ze binnen zes weken een plek aan op een andere school waar het kind wel geplaatst kan worden. De school mag deze termijn één keer met maximaal vier weken verlengen. Verder blijft uw kind ingeschreven op een school totdat een andere school bereid is hem of haar in te schrijven. Kortom, de zorgplicht gaat in bij schriftelijke aanmelding op de nieuwe school.
dag | |
maandag | 8.30-14:15 |
dinsdag | 8.30-14:15 |
woensdag | 8.30-12.30 |
donderdag | 8.30-14:15 |
vrijdag | 8.30-14:15 |
Het minimum aantal lesuren van groep 1 tot en met 8 is wettelijk vastgesteld op 7520 uur. Leerlingen in de eerste vier leerjaren (onderbouw) moeten ten minste 3520 uur les krijgen; in de laatste vier leerjaren (bovenbouw) is dit 3760 uur. Voor de invulling van de resterende 240 uur hebben scholen verschillende opties. De onderwijstijd op de Sint Bernardusschool is voor de onderbouw en bovenbouw gelijk, nl. 950 lesuren per schooljaar.
Herfstvakantie | 24 t/m 28 oktober 2022 |
Kerstvakantie | 26 december 2022 t/m 6 januari 2023 |
Voorjaarsvakantie | 27 februari t/m 3 maart 2023 |
Goede Vrijdag en Tweede Paasdag | 7 en 10 april 2023 |
Meivakantie | 24 april t/m 5 mei 2023 |
Hemelvaart + extra vrije dag | 18 en 19 mei 2023 |
Pinksteren | 29 mei 2023 |
Zomervakantie | 10 juli t/m 18 augustus 2023 |
Tijdens studiedagen of andere speciale momenten is uw kind soms ook vrij. In het schooljaar 2022-2023 gaat dat om de volgende dagen:
De leerplichtwet geeft een aantal redenen waarvoor leerlingen vrijstelling van school kunnen krijgen:
• ziekte van een leerling;
• het vervullen van plichten, voortkomend uit godsdienst of levensovertuiging, zoals eerste communie;
• andere gewichtige omstandigheden, zoals
– verhuizing naar een andere gemeente (max. 1 dag);
– het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad (max. 1 dag);
– bij ernstige ziekte van ouders of bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad (duur in overleg met de directeur);
– bij overlijden van bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad (max. vier dagen);
– bij 25-, 40-, en 50-jarig ambtsjubileum en het 12 1/2-, 25-, 40-, 50- en 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders (max. 1 dag);
– bij gezinsuitbreiding (max. 1 dag);
– bij extreem slechte weersomstandigheden;
– voor andere, naar het oordeel van de directeur, belangrijke redenen.
Aanvraag extra vakantiedagen:
Ieder kind heeft het recht om minimaal 10 aaneengesloten schooldagen per schooljaar met het gezin op vakantie te gaan. Soms kan dat niet in de schoolvakanties door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. Ouders kunnen dan eenmalig extra verlof aanvragen voor maximaal 10 aaneengesloten schooldagen.
Let op: dit wordt alleen toegekend als ouders seizoensgebonden werkzaamheden hebben met een piekdrukte in de vastgestelde vakantieperiodes. Door de piekdrukte is het onmogelijk om met het gezin in deze periodes op vakantie te gaan. Als u met uw gezin tijdens de andere reguliere schoolvakanties wél in de gelegenheid bent om op vakantie te gaan, wordt de aanvraag dus niet gehonoreerd.
Ouders moeten een voldoende onderbouwde werkgevers- of accountantsverklaring inleveren bij de directie van de school. Daarin moet staan dat een vakantie in de reguliere vakantieperiodes van 2 weken of meer leidt tot niet te overkomen bedrijfseconomische problemen. Alleen de verklaring dat gedurende de schoolvakanties een belangrijk deel van de omzet wordt behaald is dus onvoldoende.
Voor verlof in de eerste twee weken na de zomervakantie mag geen toestemming worden gegeven.
Verlof kunt u twee weken van tevoren aanvragen bij de directeur van de school (calamiteiten uitgezonderd). Als een leerling zonder toestemming afwezig is, zal de directeur dit melden bij de leerplichtambtenaar. Een aanvraagformulier kunt u bij de directeur van de school halen of hier downloaden.
Willem Tellstraat 70
8162 ET Epe
telefoon:
(0578) 613 068
e-mail:
directie@stbernardusschool.nl
Deze school maakt deel uit van veluws onderwijsgroep