Wat is dyslexie? In Nederland wordt volgens Stichting Dyslexie Nederland (SDN) de volgende definitie gehanteerd:
“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.”
In verreweg de meeste gevallen van dyslexie betreft het problemen op het gebied van snel en accuraat benoemen van bekende ‘talige’ informatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het snel en goed benoemen van bekende voorwerpen, namen van klasgenoten, namen van de dagen van de week, namen van kleuren etc. Dit wordt ook wel het “labelen” genoemd.
In het leesproces spitst het zich toe op problemen rondom de geautomatiseerde herkenning van letters en letterclusters.
Dyslexie ontwikkelt zich op basis van een neurofysiologische beperking om de vaardigheden op te bouwen die nodig zijn om te kunnen lezen en schrijven. De stoornis zelf is niet te behandelen, maar de beperkingen van de stoornis zijn wel te beïnvloeden.
In groep 1-2 spreken we nog niet van dyslexie. Dit kan pas na minimaal anderhalf jaar leesonderwijs door deskundigen gediagnosticeerd worden. Dus op zijn vroegst midden groep 4.
Risicofactoren
Kinderen waarbij sprake is van (één van deze of een combinatie van) onderstaande risicofactoren, dienen meteen vanaf groep 1 nauwlettend in de gaten gehouden te worden en extra begeleiding te krijgen:
– Lees- en spellingsproblemen in de familie.
– Een vertraagde spraak-/taalontwikkeling.
– Opgroeien in een beperkte geletterde omgeving.
– Onvoldoende beheersing van het Nederlands.
– Hoorproblemen.
– Moeizaam kunnen onthouden en benoemen van willekeurige reeksen.
Het is van belang dat u als ouder bij een vermoeden van één van bovenstaande risicofactoren in gesprek gaat met de leerkracht van uw kind.
Aanpak van mogelijke dyslecten
Op de St. Bernardusschool hanteren we de volgende aanpak:
– Doelgericht handelen (plan, do, check, act, d.m.v. groepsoverzichten, groepsplannen, toetskalender en groepsbesprekingen).
– Zo vroegtijdig mogelijk starten met interventies om een leesdossier aan te leggen.
– Kinderen laten leren in een betekenisvolle omgeving.
– Sociaal leren.
– Strategisch leren.
– Uitbreiden van effectieve leestijd: ‘zoveel mogelijk leeskilometers maken’
– Uitbreiden van leesinstructie.
– Er wordt van ouders verwacht dat zij thuis extra oefenen met hun kind met het lezen.
Procedure richting leesdossier
Op school hanteren we een risicolijst leerlingen dyslexie. De lijst wordt door de interne begeleider up to date gehouden. In ons protocol dyslexie zijn duidelijke vastgelegde afspraken welke leerlingen voor extra meetmomenten in aanmerking komen en welke interventies moeten worden ingezet. Dit wordt in de groepsbespreking met de leerkracht besproken. De extra meetmomenten zijn toetsmomenten die nodig zijn voor het opstellen van een leesdossier. In ieder leesdossier wordt gevraagd naar 3 hoofdmeetmomenten en 2 goede interventieperiodes waarin aangetoond moet worden welke extra begeleiding er heeft plaatsgevonden en wat hier het resultaat van is.
De leerkracht onderhoudt het contact met ouders over het opstellen van het leesdossier.
Als (bijna) aan de criteria wordt voldaan, dan wordt in overleg met ouders een leesdossier opgesteld. Ouders kiezen alvast een zorgverlener waar ze het onderzoek en de mogelijke behandeling, vergoed kunnen krijgen en vullen alvast de oudervragenlijst in van deze aanbieder. De school kan ouders hierin adviseren. Het leesdossier en de oudervragenlijst wordt door de school naar het CJG gestuurd. Het CJG screent het dossier en geeft, als er is voldaan aan de voorwaarden, een beschikking af voor behandeling.
Toch vermoeden dyslexie?
Mocht een leerling niet voldoen aan de criteria, wil dit niet zeggen dat hij of zij geen dyslexie kan hebben. Het zou bijvoorbeeld kunnen zijn, dat de intelligentie (voor een gedeelte) compenserend is. In dat geval kan wel een onderzoek gedaan worden, maar wordt dit niet vergoed en ook eventuele behandelingen daarna worden niet vergoed. Mochten ouders een onderzoek willen aanvragen dan moet de school ook de overige criteria aanhouden voor het indienen (dus 3 meetmomenten met 2 goede interventieperiodes).
Afspraken voor leerlingen met dyslexieverklaring
De begeleiding van dyslectische kinderen moet volgens de Gezondheidsraad gericht zijn op:
1. het zo snel mogelijk bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van automatisering van de woordherkenning en schriftbeeldvorming (technisch lezen en spellen);
2. het kunnen omgaan met een laag niveau van deze automatisering (compenserende strategieën);
3. het voorkomen van intellectuele achterstand in verhouding tot het geheel van de individuele mogelijkheden;
4. het voorkomen of verminderen van emotionele en sociale gevolgen.
Toetsen
– Op de St. Bernardusschool volgen we de adviezen op die worden gegeven door CITO en de orthopedagoog (denk aan: vergrote versie, meer tijd, voorlezen zonder intonatie van de toets of digitale versie, in meerdere delen afnemen).
– De toets begrijpend lezen wordt niet voorgelezen, maar afgenomen op het beheerste leesniveau van het kind. Daarnaast wordt de toets begrijpend luisteren afgenomen.
– In uitzonderlijke situaties kunnen we ervoor kiezen om een leerling met ernstige leesproblemen voorafgaand aan de toetsafname de teksten zelf alvast door te laten lezen, bij voorkeur op de dag waarop de toets wordt afgenomen.
– Elk schooljaar bekijkt de leerkracht samen met ouders (en de leerling) welke aanpak de leerling nodig heeft. Het hoeft niet zo te zijn, dat dit alle schooljaren gelijk blijft. De aanpak leggen we vast in een plan.
Begeleiding
Op het moment dat een leerling een dyslexieverklaring heeft gekregen, volgt de St. Bernardusschool de adviezen voor begeleiding van de orthopedagoog of psycholoog op. Wettelijk gezien hebben dyslectische kinderen geen specifieke rechten. Wel staat er vanuit het Ministerie van Onderwijs voorgeschreven dat leerlingen met dyslexie in het basisonderwijs recht hebben op aanpassingen bij bijvoorbeeld de CITO-toets (zie hierboven).
Ook in het protocol dyslexie staan adviezen voor aanpassingen.
Wij bekijken per kind, in overleg met ouders, wat hij of zij nodig heeft. Als er wordt voorgelezen in de klas, houden de leerkrachten zodanig rekening met de andere leerlingen, dat deze dit voorlezen niet als lastig ervaren.
Claroread
Op de St Bernardus gebruiken we het programma Claroread. Dit is dyslexiesoftware voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben op het gebied van lezen en spelling. ClaroRead is een perfect hulpmiddel voor mensen met dyslexie. Het leest alle tekst voor op de computer. ClaroRead is er voor het lezen van teksten, leren en bestuderen van teksten en maken van teksten.
Wat is er allemaal mogelijk met Claroread?
✓ Claroread leest tekst die op het beeldscherm verschijnt, hardop voor.
✓ De leessnelheid kan worden aangepast.
✓ Met Claroread kunnen ook teksten rechtstreeks van internet worden voorgelezen.
✓ Naast de voorleesfunctie is het ook mogelijk om delen van teksten te markeren
Meer informatie kunt u vinden op www.claroread.nu