In het taalonderwijs breiden leerlingen hun woordenschat uit en leren ze woorden foutloos te schrijven. Kinderen leren zich goed uit te drukken in de Nederlandse taal, zowel mondeling als schriftelijk. In de bovenbouw gaan leerlingen in de Nederlandse taal zinnen ontleden en woorden benoemen. Ze leren zichzelf te presenteren en een debat te voeren en oefenen in het voeren van diverse gesprekken. We maken voor taal gebruik van de methode Taal Actief en voor spelling van Staal. Deze laatste methode is gebaseerd op de methodiek ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’, een methodiek die erg helpend is voor kinderen met kenmerken van dyslexie. Ook in de Engelse taal wordt de woordenschat uitgebreid en leren de kinderen korte zinnen. De basisvaardigheden in de Engelse taal worden vergroot en aan het eind van groep 8 krijgen de kinderen de gelegenheid om mee te doen aan het Anglia-examen. Voor de lessen maken we gebruik van Groove.me.